‘Veevoer meest waarschijnlijke afzetkanaal voor overschot fritesaardappelen’
Er worden al langere tijd gesprekken gevoerd met het ministerie over een compensatieregeling voor de gedupeerde aardappelsector. Het probleem is in de volle breedte neergelegd op de Haagse burelen, en nu is het woord aan het kabinet. De verwachting is dat dat woord er op zeer korte termijn uit komt. „We naderen de ontknoping”, zegt Hoogendijk.
De sector hoopt op een toezegging voor een compensatie. De exacte voorwaarden kunnen daarna bekend worden gemaakt, zegt Hoogendijk, zo lang er maar snel duidelijkheid komt voor de telers. Veel akkerbouwers zijn nu nog huiverig met het afvoeren van hun aardappelen: pas als daar duidelijkheid over is, kunnen ze een volgende stap zetten.
Geen mogelijkheden bij zetmeelindustrie
BO Akkerbouw voert voortdurend overleg met verschillende partijen die in ieder geval een deel van de 1 miljoen ton fritesaardappelen kunnen afnemen. Maar die mogelijkheden zijn beperkt. Bij de zetmeelindustrie is volgens Hoogendijk weinig ruimte. „Daar zie ik weinig aardappelen heen gaan.”
Als de afzet naar humane consumptie niet lukt, is afzet als veevoer de volgende stap. „Daar zie ik wel bewegingen ontstaan.” Zo zoeken individuele telers contact met hun buurman voor de overname van hun aardappelen als voer voor de koeien. Hoogendijk voorziet dat dit afzetkanaal breder gebruikt zal gaan worden. Maar ook dit is van korte duur. „Als de koeien eenmaal volop buiten lopen, zal er minder vraag zijn naar voeraardappelen.”
'Vergisting is rampscenario'
Ook wordt er gekeken naar verwerking van aardappelen tot ethanol. Als laatste optie is er nog de vergisting, maar dat wil Hoogendijk zo veel als mogelijk zien te beperken. „Dat wordt een rampscenario. Wie zijn aardappelen afvoert naar de vergisting moet bijbetalen. Dan maar liever weg voor weinig, als veevoer.”
Ook is er nog geen duidelijkheid over het verkochte deel binnen de 1 miljoen ton aardappelen die nu over is. „Het principe is dat verwerkers de bestaande contracten eerbiedigen. Maar ook de verwerkers wachten op duidelijkheid van het ministerie.”