Hazen en bietenkevertjes bedreigen bietenplantjes
Het IRS zegt al diverse meldingen uit het land te hebben ontvangen over hazenschade. Volgens het IRS laten hazen vaak een heel typisch beeld achter in suikerbieten. Zo vreten zij over een bepaalde lengte van de rij, soms wel enkele meters lang, de blaadjes van de planten weg. Alle blaadjes zijn daarbij tot dezelfde hoogte afgevreten. Het schadebeeld blijft zichtbaar tot aan het vierde bladstadium. Soms staan er alleen nog maar stengeltjes, wat resulteert in plantwegval. Een ander signaal dat hazen actief zijn vormen aanwezige keutels.
Schrikdraad
Een mogelijkheid om de schade door hazen te beperken is het plaatsen van schrikdraad. Volgens het IRS is op sommige percelen te zien dat de hazen uit naastgelegen graanpercelen of bossen komen. In een dergelijk geval is het overwegen waard om aan die zijde van het perceel schrikdraad te plaatsen. zetten.Daarnaast zijn er enkele telers, die de hazen op de kopakker alternatief voer aanbieden in de vorm van wortelen of bieten of schaaltjes water neerzetten. Hazen vreten namelijk van de bieten omdat ze dorst hebben. Verder is er volgens het IRS niets mogelijk om hazenschade te voorkomen. Veelal is de schade te gering om over te zaaien. Het IRS adviseert wel om faunaschade steeds te melden.
Bietenkevertjes
Een ander probleem waar telers vooral op de klei- en lössgronden mee worden geconfronteerd zijn de bietenkevertjes. Dit zijn kleine zwarte kevers van 1-1,5 mm lang. Volgens het IRS kunnen die zowel ondergronds als bovengronds schade aan jonge bietenplanten veroorzaken. Schade is vrijwel uitsluitend op klei- en lössgronden, met de ergste aantasting op percelen biet-op-biet en biet-naast-biet. Het IRS stelt dat Force een redelijke bescherming biedt tegen plantwegval. Een volveldsbespuiting heeft geen effect op de opkomst. Om bovengrondse schade te beperken kan een teler een bespuiting uitvoeren tot het 4-6-blad stadium om het aantal misvormde planten te verminderen. Of het uiteindelijk financieel effect heeft is onzeker. Op de bietenkeverproefvelden in 2019, leidde een bespuiting niet tot een hogere financiële opbrengst, stelt het IRS.
Verspreiding
Bietenkevertjes overwinteren in de bodem in onder andere achtergebleven bietenresten. In het voorjaar gaan ze op zoek naar voedsel. Lopend kunnen ze een afstand tot 30 meter afleggen. Wanneer de temperatuur boven 15°C kwam, worden massale vluchten van bietenkevers waargenomen. Als de bietenkevertjes gaan vliegen, kunnen ze zich over veel langere afstand dan 30 meter verspreiden.
Beheersing
Ondergronds vreten bietenkevertjes aan de wortel en stengel van kiemende bietenplanten, wat plantwegval tot gevolg kan hebben. Pillenzaad met Force geeft een redelijke bescherming tegen ondergrondse vreterij, al kan bij een hele hoge druk of diepe zaai de bescherming tegenvallen. Een bovengrondse bespuiting heeft geen enkel effect op de plantaantallen, omdat de kevertjes ondergronds niet geraakt worden. Wanneer de temperatuur stijgt (vanaf ca. 15°C) vreten bietenkevertjes ook van bovengrondse plantendelen. Dit kan variëren van kleine ronde gaatjes in de bladeren, tot hartvraat wat kan leiden tot misvormde planten. Er kan een bespuiting worden uitgevoerd om het aantal planten met misvormde groei te beperken, alhoewel dit niet snel rendabel is. Het IRS adviseert deze bespuiting pas uit te voeren wanneer de bietenkevers massaal bovengronds aanwezig zijn. Het advies is om geen pyrethroïden te gebruiken vanwege het schadelijke effect op natuurlijke vijanden. Uit onderzoek in 2019 (biet-op-biet) is gebleken dat een bespuiting met Calypso of Bariard leidde tot de minste planten met misvormde groei bij hoge bietenkeverdruk. Echter, op beide proefvelden leidde een bespuiting niet tot een hogere financiële opbrengst. Zelfs onder hoge bietenkeverdruk werd de meerwaarde van een volveldsbespuiting niet aangetoond. Wees daarom terughoudend met een bespuiting. Vanaf het 4-6-bladstadium veroorzaken bietenkevers geen (noemenswaardige) schade meer.