Europees Parlement schrijft brandbrief over seizoenswerkers
Op 30 maart heeft de Commissie praktische richtlijnen gepubliceerd die het vrije grensverkeer van werknemers in kritische beroepen moet garanderen. Daarmee heeft het een goed begrip getoond voor het belang van grens- en seizoensarbeiders, schrijven de parlementariërs. Een gecoördineerde Europese aanpak is van groot belang om te zorgen dat deze werknemers landsgrenzen kunnen passeren.
Maar de parlementsleden concluderen dat ruim drie weken na de publicatie van deze richtlijnen, seizoensarbeiders in de landbouwsector nog steeds grote moeilijkheden tegenkomen; belemmeringen bij het passeren van landsgrenzen en nationale quarantainemaatregelen die hen verhinderen om meteen aan het werk te gaan wanneer ze op de plaats van bestemming komen.
„Lidstaten die de richtlijn van de Commissie niet volgen vormen een groot gevaar voor de landbouwsectoren in andere lidstaten, die afhankelijk zijn van seizoensarbeiders uit andere landen", schrijft Herbert Dorfmann, de opsteller van de brief. „Daarnaast kunnen deze werknemers vaak niet aan de slag als ze in het land van bestemming aan zijn gekomen, vanwege nationale quarantainemaatregelen in die lidstaten."
Hij en zijn mede-ondertekenaars roepen Von der Leyen op om deze belemmeringen samen met de lidstaten zo snel mogelijk op Europees niveau op te lossen. Dat is zo mogelijk van nog groter belang dan de andere maatregelen die de EU nu neemt om de landbouwsector te ondersteunen.
De Nederlandse parlementsleden Annie Schreijer-Pierik, Jan Huitema en Bert-Jan Ruissen hebben de brief als drie van de eersten mee ondertekend. „Het is in deze crisis letterlijk van levensbelang dat boeren, tuinders en seizoensarbeiders in het aankomend seizoen niet onnodig gehinderd worden," stelt Schreijer-Pierik. „Het sluiten van grenzen voor seizoensarbeiders door bepaalde EU-landen is onaanvaardbaar en vormt een enorm risico voor de voedselvoorziening. De oogst mag niet verloren gaan."