NEPG hoopt op verkleining fritesaardappelareaal
In alle NEPG-landen (Nederland, Duitsland, België, Frankrijk en Engeland) is de vraag naar zowel verse tafelaardappelen als naar aardappelproducten vanuit de retail toegenomen. Ook de export van verse aardappelen ligt op een gemiddeld hoog niveau. Deze extra vraag is echter niet voldoende om de hele resterende oogst van 2019 weg te werken, temeer omdat niet alle fritesaardappelrassen geschikt zijn voor gebruik als verse tafelaardappelen. De NEPG schat dat er alleen in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland al meer dan 2 miljoen ton niet verwerkte aardappelen zullen zijn aan het einde van het seizoen, aldus de Nederlandse NEPG-vertegenwoordiger, VTA.
Kosten en risico
Telers en de verwerkende industrie hebben hierdoor niet alleen enorme financiële uitdagingen, maar ook rijst de vraag hoe al die goede aardappelen op een duurzame manier kunnen worden afgezet. De verwerkers hebben de telers gevraagd hun aardappelen zo lang mogelijk op te slaan, zodat deze verwerkt kunnen worden tot eind augustus. Dat brengt wel meer kosten en risico met zich mee. Tot nu toe respecteren de verwerkers de contracten met de telers en nemen de aardappelen tegen de gecontracteerde prijs af. Toch zal meer dan 2 miljoen ton naar andere kanalen worden afgezet, waarbij sommigen zullen gaan voor veevoer, biogas of bio-ethanol.
Te laat om te verminderen
Met de overvolle bewaarplaatsen en koelhuizen en de gedeeltelijke onzekerheid over het vervolg van de coronamaatregelen, is de toekomst ook voor de fritesaardappelverwerking onzeker. Veel minder aanplant zou de enige oplossing zijn geweest, meent de NEPG. Echter, velden werden al verhuurd, pootaardappelen waren al gekocht of geleverd, en het poten begon tegen het einde van maart. In de meeste gevallen was het te laat om genoeg te verminderen.
Niettemin hoopt de NEPG dat het aardappelareaal in de vijf deelnemende landen met 5 procent is afgenomen. Dat wordt nog niet als voldoende gezien, hoewel een goede schatting aan het begin van het groeiseizoen nog niet mogelijk is, aldus de VTA.
Tekst: Arie Coster
Startte na ‘Dronten-Landbouwtechniek’ bij een landbouwmachinefabrikant. Ging door in journalistiek, speciaal onderwijs en coaching. Schrijft nu bij Agrio over Mechanisatie.
Beeld: Susan Rexwinkel