VTA bezorgd over oneigenlijk gebruik compensatieregeling fritesaardappelen
Het oneigenlijk gebruik van de compensatieregeling fritesaardappelen is voor de VTA een groot punt van zorg. In een brief aan de Brancheorganisatie Akkerbouw brengt de VTA haar zorgen onder de aandacht. De VTA onderstreept dat de compensatieregeling in principe bedoeld is voor de vrije fritesaardappelen die nog niet zijn verkocht. Op basis van een inschatting gaat dit om circa 1 miljoen ton. Wanneer blijkt dat contracten worden ontbonden om vervolgens deze gecontracteerde aardappelen ook onder deze regeling te laten vallen, blijft er waarschijnlijk een aanmerkelijk groter volume aardappelen over.
Lagere vergoeding
Op basis van de regeling zou een individuele teler maximaal 6 cent per kilogram bijbetaald krijgen. Dit is berekend op basis van de beschikbare 50 miljoen euro voor deze regeling. Bij een overschrijding van deze regeling wordt de vergoeding uitgekeerd naar rato. De VTA onderstreept dat dit per saldo zal betekenen dan de vergoeding, voor de individuele teler met onverkoopbare aardappelen, (aanzienlijk) lager zal uitvallen.
Misleidend advies
Waar de VTA ook voor waarschuwt is dat (contract-)telers door een misleidend advies van de verwerkers straks mogelijk tussen wal en schip vallen. De VTA wijst aardappeltelers bovendien naar het advies van juridisch adviseurs om uiterst voorzichtig om te gaan met het ontbinden van contracten. Door een nieuwe overeenkomst af te sluiten tegen een lagere prijs hopen ze zo ook in aanmerking te komen voor de compensatieregeling. De VTA waarschuwt ervoor dat dit mogelijk totaal verkeerd kan uitpakken. Door willens en wetens een nieuwe overeenkomst af te sluiten voor een lagere prijs lopen deze telers het risico dat ze juist geen gebruik kunnen maken van de compensatieregeling.
Kunstmatige voorwaarden
De VTA vraagt zich af of door de gedupeerde teler en verwerker niet kunstmatig voorwaarden worden gecreëerd om ook voor de regeling in aanmerking te komen. Op die manier zou een voordeel worden genoten dat niet in overeenstemming is met de doelstelling van de regeling. Los van de hoogte van de vergoeding voor de individuele teler vreest de VTA dat een oneigenlijke gebruik van de regeling mogelijk leidt tot aanzienlijke imagoschade voor de hele sector.