Column: Karin Bergmans-Elshof: Boeren Insecten Meetnet Agrarisch Gebied
Insecten kun je lokken, vangen, tellen, wegen enzovoort. Zo worden er in Nederland vlinders geteld voor en door de Vlinderstichting. Meestal in natuurgebieden, soms in stedelijk gebied maar zelden in agrarisch gebied. En al helemaal niet structureel. Dat laatste geldt voor zowel binnen- als buitenland. Publicaties, lobby en beleid zijn echter wél gestoeld op die wat eenzijdige cijfers.
Het agrarisch gebied vormt maar liefst ruim twee derde van het totale landoppervlakte van Nederland. Daarom zijn De Vlinderstichting, LTO en BoerenNatuur (waar de Agrarische Collectieven onder vallen) vorig jaar een samenwerking aangegaan om vlinders te monitoren in het agrarisch gebied; ‘Boeren Insecten Meetnet Agrarisch Gebied (BIMAG)’. Een project, mede mogelijk gemaakt door het ministerie van LNV. Dit jaar heb ik mij daar ook voor aangemeld. Het is een uniek project en zeker interessant.
Publicaties, lobby en beleid zijn echter wél gestoeld op die wat eenzijdige cijfers.
Op dit moment leven er in Nederland zo’n 55 soorten dagvlinders tegenover ongeveer 2400 soorten nachtvlinders. Hoe die te meten? Voor dagvlinders worden bepaalde telroutes gelopen. Nachtvlinders worden met licht gelokt in een val, bij het ochtendgloren geteld, gefotografeerd en weer bevrijd. Sinds kort gaat dit via een LedEmmer die op een powerbank werkt en zo dus overal neergezet kan worden. Deze lichtval is vrij eenvoudig en niet al te duur, zie foto. Dat biedt natuurlijk nieuwe mogelijkheden.
Er wordt op de deelnemende bedrijven door de boeren zelf regelmatig en volgens een vaste systematiek op drie plekken tegelijk een emmer uitgezet. Die locaties zijn afgesproken en vastgelegd, in principe voor jaren. Eén op het erf, één in een ‘natuurmaatregel’ en één in het reguliere gewas. Ook het CBS is aangesloten bij het project om de monitoringsdata te analyseren. Zij zijn blij met het unicum van de drie simultane gestandaardiseerde metingen. Immers, elke nacht is anders qua weersomstandigheden, dat hoef ik u niet uit te leggen. Dit ‘gepaard’ meten op diverse locaties bereiken vrijwilligers in natuurgebieden doorgaans niet.
Mijn eerste nachtvlindernacht zit er inmiddels op.
Mijn eerste nachtvlindernacht zit er inmiddels op, in de drie emmers trof ik vier tot acht nachtvlinders aan, in totaal zeven verschillende soorten. Niet slecht voor het feit dat de nachten nog fris zijn, de gewassen nog moeten groeien en het nachtvlinderseizoen nog los moet barsten. Ik ben benieuwd naar eventuele trends. Verschillen tussen locaties en in de tijd, zowel door de seizoenen als door de jaren heen. Hebben natuurmaatregelen zin? Wat leeft er allemaal op het platteland ten opzichte van stedelijk gebied en natuurgebieden? De nachtvlinderexpert van De Vlinderstichting was in elk geval aangenaam verrast over de hoeveelheid soorten die er in de korte meetperiode van vorig startseizoen al zijn aangetroffen bij de deelnemende boeren. Meten is weten. Nieuw: nu ook in agrarisch gebied. Eindelijk.