‘Droogte vraagt om grootschalig landelijk plan voor opvang zoetwater’
gHet is onvoorstelbaar, zegt Ten Cate over de vele verdroogde percelen in zijn werkgebied. „Je ziet polders waarin alles is gezaaid, maar waar niets van terecht komt.” Vooral op de zwaardere percelen waar niet beregend kan worden, staan de gewassen er slecht voor. „Het is dramatisch om te zien.”
Er moet dan ook echt wat veranderen, stelt hij. Sinds de droogte in 2018 slaat de landbouw al op de trom bij overheden, en Ten Cate is dan ook blij dat er langzaam maar zeker wat gebeurt. Een voorbeeld hiervan is het deltaplan zoetwater van de provincie Zeeland. Maar, weet hij ook, dit zijn oplossingen voor de langere termijn. „Dat helpt niet voor de droogte nu.”
„Onze systemen zijn nog te veel gericht op afvoer van water"
Het is dan ook hoog tijd voor een grootschalige aanpak. „We moeten op landelijk niveau kijken naar de mogelijkheden voor de opvang van zoetwater. We kunnen het water dat via de Rijn Nederland binnenkomt klakkeloos de Noordzee in laten lopen of we kunnen er iets mee doen.” Hij doet een dringende oproep aan de centrale overheid, maar ook aan waterschappen om kritisch te kijken naar de beschikbaarheid van zoetwater en de verdeling hiervan over het land. „Onze systemen zijn nog te veel gericht op afvoer van water, we moeten nu echter meer kijken naar aanvoer en behoud.”
Tegelijkertijd zal ook de landbouw nóg meer moeten werken aan mogelijkheden om efficiënter met water om te gaan. „Er wordt hard over nagedacht, zoals de aanleg van bassins en druppelirrigatie, maar veel dingen zijn nog niet praktijkrijp. Je ziet het mondjesmaat komen, maar het zijn vrij dure investeringen.”
Wat telers nu kunnen doen? Een lastige vraag, vindt hij. „Wachten op regen. Er zit niet zo veel anders op, helaas.”
„De meeste hoger geleden gebieden zitten al op slot”
In een aantal Zeeuwse regio's geldt inmiddels een beregeningsverbod met oppervlaktewater, zo bevestigt beleidsmedewerker Henk Willemsen van het waterschap Scheldestromen. Het schap heeft zijn werkgebied opgedeeld in peilgebieden. Per gebied geldt dat wanneer het zomerpeil is bereikt er geen oppervlaktewater meer gebruikt mag worden voor beregening. „De meeste hoger gelegen gebieden zitten al op slot.” Het grondwater mag, waar mogelijk, nog wel worden gebruikt.