AgriFacts: ‘Niet landbouw maar verkeer en energie grootste vervuiler in Drentse natuur’
Natuurmonumenten heeft onderzoek laten doen naar bestrijdingsmiddelen in Natura 2000 gebieden in Drenthe. Daarbij zijn 31 verschillende bestrijdingsmiddelen, biociden en afbraakproducten. STAF noemt deze vondst verontrustend. De natuurorganisatie linkt de vondst van deze stofffen aan de landbouw.
STAF heeft hierop contact gezocht met de hoofdonderzoeker, Jelmer Buijs van Buijs Agro Service, die het rapport heeft samengesteld voor Natuurmonumenten. „Deze bevestigt de bevinding van STAF, namelijk dat een aantal veel gemeten stoffen dat is gevonden in de Drentse natuur waarschijnlijk afkomstig is uit verbrandingsprocessen. Opvallend is dat de onderzoekers dit wel wisten, maar hierover niets hebben vermeld in het rapport voor Natuurmonumenten”, stelt het bestuur van AgriFacts.
De onderzoekers Mantingh en Buijs treffen de stof difenyl het vaakste aan en in de hoogste concentraties. Deze stof wordt gevonden in alle 18 bemonsterde vegetaties. Volgens het rapport van beide onderzoekers maakt deze stof ongeveer 50 procent uit van het totale gehalte
bestrijdingsmiddelen. Na een feitencheck van STAF blijkt deze stof weinig van doen te hebben met de landbouw, maar in relatief grote hoeveelheden vrij te komen bij onvolledige verbranding. Difenyl wordt gevormd tijdens de onvolledige verbranding van minerale olie en kolen en is aanwezig in de uitlaatgassen van het autoverkeer en in de uitlaatlucht van huishoudelijke en industriële verwarmingsapparaten. Ook houtstook (biomassa) is een belangrijke bron van difenyl in het milieu. Het rapport van Mantingh en Buijs vermeldt deze informatie niet, maar zet deze stof zonder meer op de lijst van ‘bestrijdingsmiddelen met een (historische) toepassing in de landbouw’, aldus het rapport van STAF.
Herkomst vermelden
Het bestuur van STAF heeft Natuurmonumenten verzocht deze belangrijke bevinding toe te voegen op haar website. Ook heeft de stichting de onderzoekers die in opdracht van Natuurmonumenten het onderzoek uitvoerden, verzocht voor alle aangetroffen stoffen de meest waarschijnlijke herkomst te vermelden. „Deze informatie ontbreekt in het rapport. Er wordt daarentegen gesuggereerd dat er een mogelijke relatie ligt met landbouw. Dit is geen correcte wijze van rapporteren.”
Het STAF-bestuur kaart de kwestie ook aan bij de Tweede Kamer. Het bestuur wil dat er meer toezicht komt op onderzoek bij organisaties die voor een aanzienlijk deel door de overheid worden gefinancierd.
De monsters werden genomen door het burgerinitiatief Meten=Weten in Westerveld (Dr), dat zich fel verzet tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Volgens de actiegroep ligt er een deken van gif over Drenthe, veroorzaakt door de industriële landbouw.
'De plank misgeslagen'
Ook vanuit andere hoek komt kritiek op het rapport van Natuurmonumenten. Duurzaamheidsmanager Eric Kiers van BASF stelt dat Natuurmonumenten en de vereniging Meten=Weten de plank volledig misslaan met het rapport over de vondst van gewasbeschermingsmiddelen in Drentse natuurgebieden. Want, zegt Kiers, ruim 63 procent van de gevonden stoffen is niet landbouw gerelateerd.
Tekst: Fenneke Wiepkema
Journalist, opgegroeid op een akkerbouwbedrijf. Schreef al voor verschillende landbouwuitgevers over het vakgebied akkerbouw en doet dit sinds 2012 als chef-redacteur akkerbouw bij Agrio. Schrijft en coördineert voor Akkerwijzer.nl, het vakblad Akkerwijzer en de regionale titels van Agrio.
Beeld: Wikipedia
Bron: Stichting AgriFacts