De route naar een goede oogst begint met een gezond bodemleven
Het is een donkere wereld daar beneden waarbij onze ogen van weinig belang zijn. Bodemorganismen vinden hun voedsel en communiceren met elkaar door onder andere het voelen van trillingen, door chemische veranderingen, geuren en zelfs elektrische velden. De diversiteit is niet voor te stellen. De dynamiek van deze ondergrondse samenleving, de diversiteit en de balans tussen deze organismen is de basis voor een gezonde bodem. Planten leven met de ene voet in de wereld boven en met de andere voet in de wereld beneden. Op deze manier worden beide werelden met elkaar verbonden.
Plantenwortels en bodemorganismen vervullen vele cruciale functies in het leven van de bodemgemeenschap. In een gezond bodem ecosysteem zijn er diverse, en in sommige gevallen zelfs vele, verschillende organismen die allemaal in staat zijn om elk van de duizenden uiteenlopende processen uit te voeren. Waarom deze overlapping? De aanwezigheid van meerdere organismen om een taak uit te voeren, geeft zowel stabiliteit als veerkracht aan het ecosysteem. Daar komt bij dat met zoveel diversiteit, er geen afzonderlijk organisme is dat de overhand zal krijgen, iets wat in onze cultuur gronden nogal eens tot ziekte en/of plagen leidt.
Het negatieve effect van bodemleven
Alhoewel de meeste activiteiten van bodemorganismen essentieel zijn voor een gezonde bodem en vitale plantengroei, is het ook een gegeven dat sommige organismen een negatief effect hebben, toch horen ook deze tot het bodemleven. Denk alleen maar aan het feit dat planten moeten concurreren met bodemorganismen om de aanwezige voedingsstoffen. Verreweg de grootste schade aan planten door bodemorganismen wordt veroorzaakt door nematoden en insectenlarven. Dergelijke plagen worden vaak in verband gebracht met een gebrek aan diversiteit als gevolg van monocultuur en onvoldoende organische stof.
Om deze plagen te verminderen worden vaak grote hoeveelheden nematiciden en insecten bestrijdingsmiddelen gebruikt, vaak met onbedoelde ecologische gevolgen voor de rest van het bodemleven. Daar komt bij dat het arsenaal aan middelen wat ons nog ter beschikking staat in rap tempo minder wordt. We zullen dus naar andere manieren moeten zoeken om ziekten en plagen te beheersen. Hoe komen we tot een gezond gewas?
Kort gezegd zijn er twee routes naar een gezond gewas. De ene route is de vertrouwde route, een probleem dient zich aan, identificeer de belager, zoek het bijpassende middel en dood de vijand. De moeilijkere route is de route van plantversterking. Deze route is moeilijker omdat daar de vraag wordt gesteld die begint met waarom. Waarom wordt mijn gewas aangevallen, waarom hier wel en daar niet, waarom vooral tijdens de bloei of bij deze temperatuur en vochthoeveelheid. Wat gebeurt er dan in de bodem en met de plant. Wat is stress en hoe reageert de plant daarop. Vragen, vragen en nog eens vragen.
Kennis van groot belang
Dat vereist kennis van vooral de bodem. Het betekent ook dat we in systemen moeten leren denken, proactief stappen moeten nemen om een gevarieerde, gezonde bodem-plant gemeenschap op te bouwen. Deze handelwijze is te verkiezen boven het reactief bestrijden van ziekten en plagen zodra deze zich aandienen. We zullen de dingen die we altijd deden opnieuw onder de loep moeten nemen en onszelf de vraag moeten stellen of het anders kan.
Neem alleen al de grondbewerking. Ploegen of niet ploegen? Grondbewerking kan helpen door het onderwerken van plantenresten waarop schimmelsporen zouden kunnen overwinteren. De andere kant van het verhaal is dat ziekteproblemen vaak worden verminderd bij niet kerende grondbewerking. Waarbij het bodemoppervlak bedekt blijft met een mulch laag van plantenresten die niet alleen een gunstige invloed uitoefenen op de temperatuur en de vochtigheid van de bodem, maar ook op de diversiteit van het bodemleven. Alhoewel niet-ploegen het voordeel heeft dat de bodem niet wordt verstoord, laten proeven ook zien dat het niet de heilige graal is waarop wordt gehoopt. In een meer dan 20 jaar lopend onderzoek in Australië bijvoorbeeld bleek er geen enkele toename te zijn geweest van koolstof in de bodem. Wat is dan de missing link? Daar gaan we volgende week op in.
Meer over dit onderwerp of de toepassing van biostimulanten in een ICM-teeltsysteem? Neem contact met ons op.
Tekst: Ron Ottenhof