Schouten: ‘Geen wetenschappelijke basis voor verbod op glyfosaat’
Wel is er in oktober 2019 een verbod gekomen op de volvelds vooroogsttoepassingen van gewasbeschermingsmiddelen op basis van glyfosaat in Nederland. Deze toepassingen zijn namelijk in strijd met een EU-verordening en dat was voor het Ctgb aanleiding de toelating voor deze gebruiksvorm te beëindigen, schrijft de minister.
Luxemburg heeft een verbod op glyfosaathoudende middelen ingevoerd per 1 februari 2020, zo heeft het land de Europese Commissie eerder laten weten. Nederland zal deze maatregel niet overnemen, want, stelt het Ctgb, de wetenschappelijke onderbouwing voor een dergelijk verbod ontbreekt, schrijft de minister in haar brief. „Bovendien sluit een dergelijk verbod niet aan bij de wetenschappelijke lijn die ik volg, namelijk handelen op basis van adviezen van ECHA, EFSA en het Ctgb.” Deze lijn vormt ook de basis voor het besluit van Nederland om eind 2017 in te stemmen met het voorstel van de Europese Commissie om de Europese goedkeuring van de werkzame stof glyfosaat met vijf jaar te verlengen.
Herbeoordeling
Binnenkort starten vier Europese landen, waaronder Nederland, een nieuwe herbeoordeling van de werkzame stof. Deze rapportage wordt met andere nieuwe wetenschappelijke inzichten meegenomen voor besluitvorming over glyfosaat eind 2022.
Er zijn inmiddels afspraken gemaakt met de sector over het gebruik van glyfosaathoudende middelen voor de bestrijding van onkruiden, in graslandbeheer en het behandelen van groenbemesters en vanggewassen. „Hiervoor gaat een nee, tenzij-beleid gelden, waarbij de principes van geïntegreerde gewasbescherming leidend zijn.” Het zogeheten kalenderspuiten, waar De Groot naar verwijst in zijn Kamervragen, doet zich niet voor bij het gebruik van glyfosaathoudende middelen, weet Schouten. Een nee, tenzij-beleid is in haar ogen bij deze preventieve toepassingsmethodiek dan ook niet nodig.