NAK controleert weer op bestrijding wilde haver
Gezien de ontwikkeling van de graanpercelen verwacht de NAK dat de wilde haver niet zal achterblijven. Ondernemers zijn verplicht de voorkomende wilde haverplanten te verwijderen en te vernietigen vóórdat het zaad begint uit te vallen. In de provincies Utrecht, Zuid-Holland, Gelderland, Noord-Brabant, Zeeland en Limburg moet dit vóór 1 juli zijn gebeurd, in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland, Overijssel en Noord-Holland is de einddatum 15 juli 2020.
Verspreiding en vermeerdering voorkomen
De NAK controleert in opdracht van de NVWA op de aanwezigheid van wilde haver om de verspreiding en vermeerdering van wilde haver te voorkomen. Bij het aantreffen van wilde haver op uw perceel geeft de dienst eerst een waarschuwing. Blijkt na hercontrole het onkruid niet te zijn verwijderd, dan stelt de NAK een rapport van bevindingen op, dat wordt overgedragen aan de NVWA. De NVWA kan dan een last onder dwangsom (LOD) opleggen om naleving van de regelgeving af te dwingen. De hoogte van de dwangsom bedraagt 500 euro per dag.
Vorig jaar heeft de NAK 46 meldingen van wilde haver binnengekregen. Er zijn uiteindelijk geen dwangsommen opgelegd.
Wilde haver is een lastig onkruid door de levensduur van het zaad en de snelle vermeerdering. Het is met name schadelijk in de teelt van granen en graszaden.
