‘Kies groenbemester op basis van wat het perceel nodig heeft’
„Het doel dat je hebt bepaalt je keuze bij groenbemesters”, vat Haagsma de essentie samen. „Belangrijke hoofddoelen zijn organische stofopbouw, structuurverbetering, gewasgezondheid of aaltjesbeheersing en biodiversiteit. Je kunt daarbij goed het handboek gebruiken. Daarin vind je de soorten die goed bij de doelen passen, die je als teler belangrijk vindt.”
Bodems in heel Nederland
De Groenbemesterdag op proefbedrijf Vredepeel is een vast moment geworden voor telers om hun kennis op te frissen over dit onderwerp. De coronacrisis zette de organisatie aan om deze versie op het internet te laten gebeuren. Volgens onderzoeker Brigitte Kroonen heeft dat de organisatie creatief gemaakt. „We bieden nu meer dan we alleen op Vredepeel kunnen tonen. Er zijn filmpjes gemaakt in Westmaas, Lelystad en Valthermond. Zo wordt ook informatie uit andere regio’s belicht.”
De presentaties van woensdag beginnen met doelen die veel telers op het zand kennen: beheersing van de aaltjes Meloidogyne chitwoodi en Pratylenchus penetrans en het inzetten van groenbemesters als vanggewas in de maïs. Na een korte inleiding nemen onderzoekers en kennispartners de kijkers mee in drie kwartier presentaties op allerlei gebied. Tijdens de film kunnen deelnemers via de app vragen neerleggen bij de onderzoekers en de partners. Haagsma en andere deskundigen gaan na de film in op de vragen. Ze proberen daar een goede selectie uit te halen en de tijd te nemen voor dit interactieve deel.
Klei en zavel
Bij de tweede filmronde zijn de onderwerpen gericht op klei en zavel. De eerste presentatie gaat over de keuze van groenbemesters bij aardappelteelt in gereduceerde grondbewerking. „Als je stopt met ploegen kies je andere groenbemestersoorten. We kijken dan ook naar de grondbewerking. Daar hebben we ervaring mee met de langlopende proef BASIS in Lelystad. Daarna kijken we naar de groenbemesters die passen in de graanstoppel. Daar is wederom de keuze van teeltmaatregelen een onderdeel. Wat moet je doen voor een geslaagde groenbemester en voor een goed volggewas. Hier ook weer tijd voor vragen die wetenschappers en partners van de Groenbemesterdag beantwoorden.”
„We gaan op deze dag virtueel het hele land door. Wie later een bepaald onderwerp nog eens goed wil bekijken, kan dat doen. Dankzij deze opzet maken we gelijk blijvende documenten. Ik ben al op meer locaties geweest voor opnames. Datzelfde geldt voor de andere presentatoren.”
Kunstmest sparen
Het doel van de groenbemester is volgens Haagsma dus heel belangrijk. Die gedachte geeft ook meer ruimte in de keuzes. Afhankelijk van waar in de rotatie de groenbemester een plaats krijgt, kan de teler keuzes maken. Tijdstip en omstandigheden wegen mee. „Staat er een stikstofrijke stoppel, dan past een vlinderbloemige minder goed dan op een armere stoppel. In dat laatste geval kan je stikstofkunstmest sparen voor een ander moment.”
Met warmere najaren en andere doelen voor de groenbemesters loont het vaker om later in het seizoen toch nog te zaaien. De groenbemester wortelt nog en voorkomt zo erosie, houdt de bodem bedekt en beschermd of is goed voor de biodiversiteit van het landbouwbedrijf, zegt Haagsma.
Wil je meer aaltjes aanpakken of een verdichting tegengaan, dan is iets langere groei beter. „Je zou dan een vroeger te oogsten ras kunnen kiezen of een teelt weglaten ten gunste van een beter hoofdgewas in het bouwplan dat volgt.”
De grondsoort kan wel meewegen, als het de bewerking betreft. Telers op klei zijn misschien van plan in de herfst te ploegen en dan passen grassen als groenbemester mogelijk goed. „Gaat de teler over naar voorjaarsbewerking, dan is de keuze weer anders. Telers houden hun grond tegenwoordig langer groen.”
Zacht najaar
Een zacht najaar levert bij late zaai niet altijd heel veel biomassa bovengronds. Haagsma wijst echter op dat de zaai van de groenbemester toch kan leiden tot structuurverbetering door de wortels ervan, de toename van bodemleven of de betere onkruidbeheersing door de bedekking. Een groene akker is beter bestand tegen hevige regenval, die steeds vaker in de winter optreedt.
Vorst blijft vaker uit in de winter. „Soorten die daardoor kapot gaan, overleven nu de winter. Soms is het redelijk makkelijk om ze mechanisch te stoppen. Het verteren van de resten komt dan tijdig op gang. Zo voorkom je vastlegging van stikstof in het voorjaar. Een grote wortel als van de tillage rammenas kan je goed klein krijgen door mechanische bewerking. De vochtrijke wortel verteert eigenlijk wel gemakkelijk daarna.”
Haagsma verwacht dat de bezoekers van de online Groenbemesterdag een afwisselend programma mee zullen krijgen. De vele deelnemers, locaties en onderwerpen dragen daaraan bij.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: WUR