Boerrigter: „Ik gun het de Veldleeuwerik-boeren dat er weer een praktijknetwerk komt”
Veldleeuwerik is geliquideerd, zegt Boerrigter. „De gegevens en data die in de afgelopen jaren zijn verzameld, zijn er niet meer, althans niet meer bij elkaar. Die liggen bij de boeren die hebben meegedaan.”
Het gros van de telersgroepen binnen het per 1 januari 2020 ter ziele gegane Veldleeuwerik gaat door, zo bleek recent tijdens een bijeenkomst van de telersgroepen. Een heel mooi signaal, vindt Boerrigter. „In de afgelopen maanden is dat ook gebeurd, de meeste groepen zijn weer bij elkaar gekomen.”
Kwartiermaker Matthé Elema, door minister Schouten aangesteld om de erfenis van Veldleeuwerik te evalueren, mag opnieuw aan de bak. Samen met BO Akkerbouw en het ministerie van LNV gaat hij een plan van aanpak opstellen voor een nieuw praktijknetwerk van akkerbouwers als onderdeel van de kennisinfrastructuur. Er wordt op twee sporen ingezet. Voor de korte termijn (tot zomer 2021) komt er voor elke telersgroep binnen het oude Veldleeuwerik-netwerk een bijdrage van maximaal 4.000 euro. In totaal gaat het om 100.000 euro als bijdrage vanuit het ministerie van LNV.
Stichting Stimuland gaat de groepen het komende jaar begeleiden: voor praktische vragen of de aanvraag van de bijdrage kunnen telers aankloppen bij dit bureau. Stimuland zal met de telers ook bespreken hoe zij het vervolg zien na de zomer van 2021. Boerrigter: „Ik heb vertrouwen in Stimuland én in de boeren. Ik gun het de boeren dat er weer een praktijknetwerk komt waar ze mee verder kunnen.”
„Boeren zijn ontzettend vindingrijk en daar moeten we gebruik van maken.”
Boerrigter is blij met de toezegging van Schouten. „Gelukkig heeft het ministerie van landbouw de noodzaak en het nut ingezien van een financiële ondersteuning voor het praktijknetwerk. Dat zie ik als een waardering voor wat we in de afgelopen jaren met z’n allen hebben opgebouwd. Het gedachtegoed van Veldleeuwerik gaat door. Natuurlijk onder een andere naam en andere condities. Maar de voortgang is wel een erkenning voor het initiatief waarbij boeren uit zichzelf bezig zijn met verdere verduurzaming van hun bedrijven.”
Maar ergens doet het misschien wel pijn dat de minister nu wél met geld over de brug komt? „Daar kan ik van alles van vinden, maar dat doet er nu niet meer toe.” En dat het zo lang heeft moeten duren voor minister Schouten tot de conclusie kwam dat een financiële bijdrage op zijn plaats is? „Blijkbaar heeft zoiets veel tijd nodig.” Dit is wel ten koste gegaan van de stichting Veldleeuwerik. Maar het is niet anders, zegt Boerrigter. „Ik wil niet over mijn graf heen regeren. We hebben Veldleeuwerik op een mooie manier afgerond. Het is klaar. Hoog tijd voor iets nieuws.”
Iets nieuws, dat geldt ook voor haarzelf. Boerrigter gaat namelijk bij Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) aan de slag als kennismatcher akkerbouw. In deze functie wil zij de verbindingen leggen die nodig zijn om verschillende groepen akkerbouwers die met elkaar werken aan duurzamer ondernemen verder te brengen. En daar valt wat haar betreft ook het nieuwe praktijknetwerk onder. „Boeren zijn ontzettend vindingrijk en daar moeten we gebruik van maken. In plaats van meteen met wet- en regelgeving te komen, moeten overheden aangeven welke uitdagingen en normeringen er liggen en aan de boeren vragen hoe ze die zouden aanpakken. Dan motiveer je ondernemers om te vernieuwen en duurzamer te gaan ondernemen.”