Nefyto deelt visie Gezondheidsraad, maar heeft vragen bij adviezen
Deze week presenteerde de Gezondheidsraad een vervolgrapport over de actuele stand van kennis over de gezondheidsrisico’s van blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen. Samengevat stelt de Gezondheidsraad: „Er zijn geen duidelijke indicaties dat langdurige blootstelling aan lagere concentraties in Nederland leidt tot substantiële gezondheidseffecten, zoals de ziekte van Parkinson of schade aan de neurologische ontwikkeling van ongeboren en jonge kinderen.”
Ondanks dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn voor de genoemde gezondheidseffecten, neemt dat de ongerustheid bij omwonenden van landbouwpercelen niet weg, zo stelt de Gezondheidsraad. Nefyto vraagt zich af of de aanbevelingen die vervolgens gedaan worden die ongerustheid wel weg kunnen nemen.
Voorzorg
De Gezondheidsraad adviseert een aantal maatregelen te nemen en neemt daarbij de term „voorzorgsbeginsel” in de mond. Nefyto vindt dat „ongelukkig geformuleerd.” Het roept volgens de organisatie de gedachte op dat dit beginsel nu niet wordt toegepast. „En dat is allerminst het geval.” De uitgebreide en onafhankelijke toelatingskeuring van de middelen staat daar garant voor, vindt Nefyto.
De Gezondheidsraad beschrijft de toelatingsprocedure van gewasbeschermingsmiddelen als „uitgebreid”, waarbij „wordt uitgegaan van een conservatieve blootstellingsschatting en gezondheidskundige grenswaarden.” Sinds 2014 echter maakt een aparte beoordeling van de risico’s voor omwonenden van agrarische percelen deel uit van de procedure. Nefyto deelt de “pragmatische oplossing” van de Gezondheidsraad niet dat door invoering van een extra veiligheidsfactor de kans op gezondheidschade kleiner zal worden. „De noodzaak van zo’n veiligheidsfactor ontbreekt.”
Buitenlands onderzoek
Overigens blijkt uit het rapport dat er in het buitenland wel aanwijzingen zijn voor de relatie tussen blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen en bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson. Woordvoerder Aicha Lubbinge van de Gezondheidsraad: „Veel onderzoeken hebben in de Verenigde Staten plaatsgevonden, maar ook in Frankrijk, België en Denemarken.” Dat de Gezondheidsraad constateert dat de genoemde relatie in Nederland minder duidelijk naar voren komt, ligt volgens haar aan het feit dat „in Nederland minder onderzoek is gedaan. Het zijn lange, dure onderzoeken. Een direct verband is daarom niet aangetoond, maar wel aanneembaar. Daar geeft het onderzoek in het buitenland voldoende reden voor.”
Tekst: Arie Coster
Startte na ‘Dronten-Landbouwtechniek’ bij een landbouwmachinefabrikant. Ging door in journalistiek, speciaal onderwijs en coaching. Schrijft nu bij Agrio over Mechanisatie.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Nefyto