Groenbemestermengsels? Iedere soort benut andere nutriënten.
Groenbemestermengsels? Iedere soort benut andere nutriënten.
Zoals vaak beschreven hebben groenbemestermengsels vele voordelen ten opzichte van enkelvoudige groenbemesters. Er is sprake van een verbeterde bodemstructuur. Dit voorjaar was dit goed zichtbaar. Uit onderzoek komt minder uitspoeling van stikstof naar voren en méér opbouw van organische stof.
Maar er is nog een groot voordeel: de beschikbaarheid van diverse mineralen verbetert. Iedere plantensoort heeft een unieke relatie met het bodemleven. De plant schenkt ondergronds suikerrijke exudaten aan bodemorganismen en die maken op hun beurt bepaalde mineralen toegankelijk en beschikbaar. Doordat iedere plantensoort een eigen mineralenpatroon nastreeft zitten er grote verschillen in mineralengehaltes bij groenbemesters. De verhouding in mineralen verschilt. Door een groenbemestermengsel te gebruiken zaai je verschillende soorten en daardoor worden er ook meer mineralen vrijgemaakt en opgenomen. De mineralen die organisch zijn gebonden in de plantenresten komen gemakkelijker vrij voor het hoofdgewas.
Meer diversiteit in mineralen in groenbemestermengsel
DSV zaden is al een aantal jaren betrokken bij CATCHY, een groot onderzoeksproject in Duitsland. Hier worden in een periode van 9 jaar verschillende onderzoeken uitgevoerd waarbij groenbemestermengsels worden vergeleken met enkelvoudige groenbemesters in verschillende rotaties. In dit onderzoek is ook gekeken naar de bovengrondse opname van mineralen van verschillende plantensoorten.
Hier zien we dat vlinderbloemigen zoals wikken en velderwten relatief gezien veel stikstof bevatten. Vlas, facelia, gele mosterd en sorghum leggen heel weinig stikstof vast. Bij gele mosterd is het zelfs zo dat er bijna helemaal geen elementen worden vastgelegd. Deder legt juist weer opvallend veel fosfaat vast. Het is een klein plantje dat weinig organische stofproductie kent, maar eerder onderzoek had al aangetoond dat deder in staat was om fosfaat vrij beschikbaar te maken voor het volggewas.
Ook goed te zien is dat wikken een grote bijdrage levert aan een breed scala micronutriënten. Meer nog dan andere vlinderbloemigen. Zo heeft iedere plantensoort een eigen verhouding tussen mineralen.
C/N verhouding
Ook is in dit onderzoek de C/N verhouding van de verschillende componenten meegenomen. Soorten met een hoge C/N verhouding zijn hier: gele mosterd, zonnebloem, bladrammenas en vlas. Soorten met een lage C/N verhouding zijn juist de vlinderbloemigen. Apart gezaaid leveren de soorten met een hoge C/N verhouding een vertraagde vertering op. Bij een lage C/N verhouding juist een hoge vertering. Als deze soorten in een mengsel zitten komt hier een gemiddelde uit. De vlinderbloemige helpt bij de vertering van de andere componenten.
Een groenbemestermengsels maakt een grote diversiteit aan nutriënten beschikbaar voor het volggewas. Ook helpen de vlinderbloemigen de andere componenten te verteren doordat de C/N verhouding in een mengsel daalt bij meer vlinderbloemigen. De TerraLife® mengsels van DSV zaden zijn zorgvuldig samengesteld waarbij ook rekening is gehouden met de micro nutriënten.