Column: Menko van Zwol: Van klacht naar compliment
Wat dat betreft is het goed dat het nieuwe seizoen is begonnen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, zeg ik maar. Want over de oude oogst kregen we helaas nog wel wat klachten. Allemaal een gevolg van de natte herfst van 2019, en we de aardappelen maar moeizaam van het land kregen. Er zat veel aanhangende grond aan, veel tarra. Een oogst die ons extra energie heeft gekost. Hoe fijn is het dan om over te gaan op de nieuwe oogst die je complimenten oplevert. Hiervan krijgt de boer juist weer energie.
Rond de langste dag beginnen we altijd met de oogst van de nieuwe aardappelen. De eerste rooien we groen. Omdat deze aardappelen nog erg kwetsbaar zijn, rooien we deze met een rooimachine die is voorzien van extra rubber tegen het stoten. Ook draait de machine heel langzaam om beschadiging zoveel mogelijk te voorkomen. De aardappelen gaan op het land in kisten die op een omgebouwde wortelkar naast de tweerijige rooier rijdt. We rooien expres met veel grond, ook weer om de kwetsbare aardappelen te beschermen. Ik denk dat we wel 30 tot 40 procent tarra meenemen op deze manier.
Lees verder onder de foto
Bij de boerderij gaan de aardappelen over een band en een rollenzeef, waarbij de kleintjes en de grond worden verwijderd. Uit deze stroom scheiden we de krielaardappelen, die gaan naar de supermarkt. De overige tarra wordt er aan de band uitgelezen. Dat brengt al met al best nog wat handwerk met zich mee. Maar ja, eerder deden we alles met de hand; op de knieën het land in om de vroege aardappelen te rooien. Het machinaal rooien scheelt ons veel tijd. Bovendien hebben we dankzij het machinaal oogsten veel minder mensen nodig. In het verleden zaten er heel wat scholieren op de knieën in het land.
Met z’n tweeën rooien we een paar rijen op en verwerken deze in de schuur. Een derde man staat bij de verpakkingsmachine. Het is een voordeel dat we de aardappelen tegenwoordig in de schuur sorteren en lezen. Dat hoeft dan niet meer in de brandende zon of in de regen op het land.
Dit jaar hebben we voor het eerst gewerkt met een wortelsnijder. Pluspunt hiervan is dat we minder chemie hoeven gebruiken om het loof te doden, de aardappelen gaan sneller dood en het bevordert de huidvastheid. Het is nog een beetje vroeg voor harde conclusies, maar vooralsnog zijn we positief. Na een week zie je echt verschil: de planten gaan sneller dood, er is geen hergroei. Nadeel is dan weer dat de ruggen door deze methodiek wat meer uit elkaar vallen, waardoor de kans groter is dat aardappelen bloot komen te liggen. En op groene aardappelen zitten wij niet te wachten.
De inpakmachine verpakt de aardappelen in zakjes van 2,5 of 5 kilo. De papieren zakken gaan naar de supermarkt, de netzakken zijn voor de huisverkoop of de vent-route. Deze machine hebben we al een jaar of tien, vijftien. Het was een dure aankoop, maar ik ben blij dat ‘m hebben.
Lees verder onder de foto
En die complimenten over onze aardappelen, ja, dat is altijd leuk. Het zijn er zelfs meer dan in andere jaren. En waar dat aan ligt? Ik weet het niet. We hebben het anders aangepakt met de groenbemesters. Na het toedienen van compost en vaste mest hebben we actieve micro-organismen en melasse op de stoppel gespoten en we hebben een andere bladmeststof gebruikt. En veel zon, dat helpt ook altijd. Maar ik ben er wel van overtuigd dat het vooral de bodem is die zorgt voor een bepaalde smaak. Onze aardappelen staan op redelijk zware grond (35 procent afslibbaar). Daar komen de lekkerste aardappelen van af!