Te hoge eiwitgehaltes Limburgse brouwgerst voor Gulpener
Bijna alle brouwgerst die dezer dagen van de Zuid-Limburgse lössakkers voor de Gulpener bierbrouwerij wordt geoogst heeft een te hoog eiwitgehalte. Een ruime meerderheid van alle tot nu toe aangevoerde partijen scoort een eiwitpercentage van (ruim) boven de 12. Het eiwitgehalte van de korrel moet liggen tussen 9,5 en 11,5 procent. De optimale waarde bedraagt 10 tot 11 procent. Een te hoog eiwitgehalte gaat ten koste van het zetmeelgehalte en drukt het rendement. Bovendien kan een te veel aan eiwit problemen geven bij de filtratie. Ook een te laag eiwitgehalte geeft problemen bij de vermouting en kan een negatieve invloed hebben op de schuimstabiliteit van het bier.
Oorzaak
Als oorzaak van de te hoge eiwitgehalten wijst Jos Keijbets, voorzitter van de Limburgse graancoöperatie Triligran, naar het zeer droge voorjaar met daarop een periode dat enkele heftige regenbuien over delen van Limburg trokken. „Deze regen heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat in de grond aanwezige stikstof naar de korrels is gejaagd, met een hoog eiwitgehalte tot gevolg.” Keijbets onderstreept dat het te hoge eiwitgehalte zeker niet te wijten is aan de vakkennis van de 20 telers. „Het zijn allemaal akkerbouwers die, sinds het begin van onze samenwerking met de Gulpener, al ruim 25 jaar, zich toeleggen op de teelt van brouwgerst. Dit is een gevolg van de weersomstandigheden en die hebben wij niet in de hand.”
12,5 procent
Inmiddels heeft Triligran over de actuele situatie met de Gulpener gesproken. De brouwer is bereid om dit jaar brouwgerst met een eiwitgehalte van maximaal 12,5 procent te accepteren. „Anders zou de brouwer vrijwel geen brouwgerst van Limburgse akkers kunnen verwerken”, stelt de Triligran voorzitter. Door het optrekken van de eiwitlimiet denkt Keijbets dat het (lagere) gecontracteerde volume van 1.200 ton toch kan worden ingevuld. Als gevolg van de sterk geslonken bierconsumptie door de coronacrises halveerde Gulpener haar gecontracteerd gerst van normaliter 2.500 ton tot circa 1.200 ton. De gerst met een eiwitgehalte van meer dan 12,5 procent zal als maalgerst worden afgezet. Dat scheelt de betrokken telers enkele honderden euro’s per hectare.
Niet landelijk
Het hoge eiwitgehalte in brouwgerst schijnt een Limburgs probleem te zijn. Navraag bij Agrifirm en Holland Malt leert dat de brouwgerst in het noorden van het land tot nu toe wel wordt geoogst met een eiwitgehalte onder de 11,5 procent. Marco van Dun van Holland Malt uit de Eemshaven zegt desgevraagd zich totaal niet te herkennen in de signalen uit Zuid-Limburg. „De partijen die tot nu toe hier zijn afgeleverd hebben allemaal een eiwitgehalte van tussen de 10,5 en 11 procent. Dus wat dat betreft prima brouwwaardige gerst”, aldus Van Dun.