Hou bonenspintmijt in de gaten!
De afgelopen twee jaar heeft de bonenspintmijt veel schade veroorzaakt, met name het Oosten en
Zuidoosten van Nederland. De zeer droge en warme omstandigheden met weinig neerslag waren
ideaal voor spintmijt om zich te ontwikkelen en een populatie op te bouwen. Met het (zeer) hete
weer op komst is de kans reëel dat de bonenspintmijt opnieuw zal toeslaan.
Spint ontwikkelt zich ontzettend snel bij warm en droog weer met een lage luchtvochtigheid. Het
doorloopt daarbij verschillende stadia: ei, larve, protonimf, deutonimf en volwassenen. Een
vrouwtje legt gemiddeld 100 eitjes. Afhankelijk van de gemiddelde etmaaltemperatuur gaat de
cyclus langzamer of juist sneller.
Rasverschillen
In de teelt van zetmeelaardappelen zijn duidelijk rasverschillen zichtbaar en in de teelt van
consumptieaardappelen blijkt Markies zeer gevoelig te zijn voor bonenspintmijt.
Bestrijding
Controleer op tijd alle perceelsranden. Vindt u daarin bonenspintmijt? Zet dan preventief Batavia in
op percelen met gevoelige rassen. De adviesdosering is 0,75 l/ha Batavia + 1 l/ha Robbester.
Belangrijk hierbij is dat het gewas voldoende aan de groei is, zodat het middel voldoende kan
worden opgenomen.
Batavia werkt goed op de larvale stadia en de nimf-stadia. Op volwassen mijten is de werking
gering. Daarom is vroegtijdige preventieve inzet van groot belang. Blijf uw percelen ook na inzet
van Batavia controleren en herhaal – indien nodig – de bespuiting.
Batavia mag worden ingezet na de bloei van de aardappelen.
Tekst: Bayer Crop Science
Beeld: Bayer Crop Science
Bron: Bayer Crop Science