
Kaliumsulfaat of kaliumchloride?

Kaliumsulfaat verhoogt het zetmeelgehalte
Het is al lang bekend dat de toepassing van kaliumchloride tegenover kaliumsulfaat het zetmeelgehalte van aardappelen verlaagt met 0,5–2,5%. Chloride-ionen interfereren met het transport van koolhydraten van de bladeren naar de knol toe. Dit resulteert in een overaanbod van koolhydraten in bladeren, terwijl de knollen te weinig zetmeel kunnen opslaan. Chloride is ook verantwoordelijk voor het verhogen van de turgor (spanning in de cel) en voor het verminderen van het droge stofgehalte van de knollen. Consumptieaardappelen geteeld op goede tot zeer goede gronden (lössleem-gronden) kunnen hun typische zetmeelgehalte eigen aan het ras overschrijden. Als dit het geval is, zal een kaliumbemesting onder chloride-vorm in de lente of de herfst helpen om het zetmeelgehalte te verlagen. Deze benadering kan echter ook de opbrengst verminderen. De toepassing ervan moet daarom worden beperkt tot situaties waarbij overmatige zetmeelgehalten te verwachten zijn.
Kaliumsulfaat verbetert de smaak
In het algemeen worden aardappelen geteeld op lichtere gronden, zodat een overmatig zetmeelgehalte een niet veel voorkomend probleem is voor consumptieaardappelen. Een kaliumbemesting onder chloride-vorm zal snel het zetmeelgehalte verlagen en komt daarbij onder de typische waarden eigen aan de variëteit. Dit zal echter een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van consumptieaardappelen, waarbij knollen binnenin waterig worden en hierdoor minder houdbaar zijn. Zetmeel is bovendien een belangrijke smaakmaker!
Kalium onder sulfatische vorm zal daarentegen het droge stofgehalte van de knollen verhogen, wat in combinatie met een wenselijke zetmeel – eiwit – verhouding (12–16:1) verantwoordelijk is voor een heerlijke, stevige smaak.
Aardappelen zijn gevoelig voor chloride
Zetmeelaardappelen en aardappelen voor de verwerking (chips-frieten) kunnen derhalve beschouwd worden als chloride-gevoelig, terwijl pootaardappelen en consumptieaardappelen beschouwd kunnen worden als gedeeltelijk chloride-tolerant.De kaliumbemesting van consumptieaardappelen kan geheel of gedeeltelijk worden gedaan in chloride-vorm, zolang dit tijdig gebeurt voorafgaand aan het begin van de vegetatie. Onder bepaalde omstandigheden kan het ook raadzaam zijn om te bemesten in de herfst van het vorige jaar. Het idee is dat een groot deel van de chloride zich verplaatst heeft naar lagere niveaus of wellicht zal zijn uitgespoeld. Deze aanpak heeft echter het risico van het verlies van grote hoeveelheden kalium, vooral bij lichte bodems en bij veel neerslag. Op zwaardere gronden is het mogelijk dat tijdens de zomermaanden de chloride terug naar de wortelzone komt door de capillaire stroming van het water, wat resulteert in een onverwachte negatieve invloed. Voor zetmeelrijke en aardappelen bestemd voor de verwerking (chips-frieten) dient de kaliumbemesting geheel of gedeeltelijk te worden gedaan onder sulfatische vorm. Voor dit doel is een hoger zetmeelgehalte altijd wenselijk. Uitsluitend aanwenden van kalium onder chloride-vorm is riskant en kan gemakkelijk leiden tot mislukking.
Wilt u meer weten hierover? Op 19 augustus tijdens Aardappeldemodag Online vindt u meer informatie en kunt u met ons in gesprek. Wij ontmoeten u graag online! U kunt zich hier aanmelden.
Tekst: K+S Minerals and Agriculture GmbH