Grote verschillen in ontwikkeling van uien
„Je kunt ze bijna niet goed houden, ook niet met beregenen”, zegt Jaap Jonker van De Groot en Slot. Door de hitte worden de uien hard minder, ziet ook André Boot van Hazera. „Op percelen waar je anders misschien 60 ton oogst, halen ze nu misschien 45 ton van het land. Je ziet ze per dag verkleuren.”
Lastig voorjaar op de klei
Met name op de zware klei staan de uien er slecht bij, vindt Jonker. „Deze hadden een té lastig voorjaar: er waren veel kluiten waardoor ze geen aansluiting vonden. Daardoor zijn ze te laat begonnen met groeien. En nu groeit het er niet meer bij.”
De beste percelen staan langs de grensstreken in Drenthe, Overijssel, Gelderland en West-Brabant, zegt André Boot van Hazera. Ook in Limburg staan mooie uien, althans voor wie heeft kunnen beregenen. „Voor niet beregende uien wordt het daar ook lastig.” In het zuidwesten daarentegen staan de uien er slechter voor. „In Zeeuws-Vlaanderen is aan het begin van het seizoen al 250 hectare ondergeploegd, en nu is er nog eens 200 hectare eigenlijk de moeite van het oogsten niet waard. Daarmee is het het derde slechte uienjaar op rij voor deze telers.”
Zonnebrand
De oogst van de zaaiuien komt heel voorzichtig op gang. Wie kan rooien, doet dat bij voorkeur ’s avonds of ’s ochtends vroeg. „De uien moeten vervolgens zo snel mogelijk van de hete grond af, om zonnebrand te voorkomen”, aldus Boot. Ook Jonker ziet het liefst dat er alleen in de (vroege) ochtend wordt gerooid en geladen. „Het duurt dan wel wat langer, maar je gaan daarmee wel voor kwaliteit.”
In een aantal regio’s zijn behoorlijke problemen met uienvlieg, zegt Boot. „In de Noordoostpolder is het bijvoorbeeld dramatisch. Maar ook in andere gebieden zie je op veel plekken aantastingen.” De overlast van trips valt dankzij het weer behoorlijk mee.