Kennis over slijtage vooral gebaseerd op ervaringen van telers
Nog veel vraagtekens bij aanpak moederknollen
Het is lastig om de vinger op de zere plek te leggen, als het gaat om moederknollen. Er zijn namelijk meerdere factoren die een rol spelen bij de vertering ervan. Zo zijn de weersomstandigheden en de vitaliteit van het uitgangsmateriaal van belang, maar ook de bewaaromstandigheden en rasverschillen spelen een belangrijke rol. Maar steeds vaker komen er signalen vanuit de praktijk dat er ook andere oorzaken zouden zijn voor de vertragende moederknolafbraak. Er ontstaan bijvoorbeeld vraagtekens bij de toepassing van grond- en knolbehandelingsmiddelen rond het poten: hebben deze mogelijk een vertragend effect op de afbraak van de moederknol?
Theorie
Vragen zijn er volop, maar antwoorden des te minder, zo blijkt uit een rondgang in de sector. „Het is een lastig probleem, we kunnen er niet goed de vinger op leggen”, zegt Henk van der Woude, tot voor kort operationeel manager bij Agrico. „Het houdt mij ook enorm bezig.” Ook bij HZPC zijn er meer vragen dan antwoorden. Directeur Gerard Backx adviseert om te rade te gaan bij telers als het gaat om de zoektocht naar oplossingen. „Als mensen van HZPC adviezen geven, blijven we hangen in de theorie. Telers kunnen praten uit eigen ervaring.”
Het algemene advies is van oudsher om te wachten tot de moederknol is weggerot om het risico te verkleinen. Maar dat heeft zijn grenzen.
Lees het volledige achtergrondartikel in het vakblad Akkerwijzer dat dit weekeinde is verschenen