Voorwaarden voor derogatie neonicotinoïden bepalende factor

Cosun, LTO, NAV en NAJK pleiten bij het ministerie van landbouw voor een vrijstelling van het gebruik van neonicotinoïden als zaadbehandeling in de suikerbietenteelt. Morgen gaat er een brief naar minister Schouten waarin de vier partijen aangeven op korte termijn met haar in gesprek te willen over het derogatieverzoek.
‘Samen voor knokken’
Het is voor de Nederlandse suikersector onverteerbaar dat er in Europa geen gelijk speelveld wordt gecreëerd op dit gebied. De Nederlandse bietentelers hebben een concurrentienadeel en lopen onnodige verliezen op. Cosun, LTO, NAV en NAJK treden dan ook gezamenlijk op, zegt voorzitter Dirk de Lugt van Royal Cosun. „We gaan hier als keten samen voor knokken.”
In veel EU-lidstaten hebben overheden vrijstellingen afgegeven voor het gebruik van neonicotinoïden in de suikerbietenteelt. Van de 19 lidstaten waar bieten worden geteeld, hebben 12 een vrijstelling verstrekt. „Dan is er toch geen sprake meer van een gelijk speelveld.”
Onhaalbare zaak
De voorwaarden waaronder de derogatie wordt verleend, spelen een belangrijke rol. Eén van de grootste struikelblokken is het verbod om drie tot vijf jaar na de bietenteelt geen bloeiende gewassen te mogen telen op die percelen. Dit is voor Nederland een onhaalbare zaak. Het lijkt er op Frankrijk koerst op een teeltverbod voor bloeiende gewassen voor één jaar, en dat maakt de zaak voor Nederland heel anders, zegt De Lugt. „Daar kunnen veel Nederlandse telers wel mee uit de voeten.”
De problemen als gevolg van het verbod op de neonicotinoïden zijn groot. In 2019 was er een miljoenenschade en ook dit jaar ontstaat er forse schade door vergelingsvirus omdat groene bladluizen, die het virus overdragen, onvoldoende beheerst kunnen worden. „Alleen al in Frankrijk hebben ze 10 tot 15 procent opbrengstverlies als gevolg van vergelingsziekte.” Bijkomend aspect is dat de luizenvluchten steeds vroeger komen. „We kunnen de heel jonge plantjes dan bijna niet meer beschermen.”
Milieubelasting
Ook de gevolgen voor het milieu blijken anders uit te pakken dan door bepaalde partijen vooraf werd ingeschat. Eén van de argumenten voor het verbod was de milieubelasting van de neonicotinoïden. Maar in de praktijk is gebleken dat bietentelers zonder deze coating veel meer middelen hebben moeten spuiten. Om hun bieten afdoende te kunnen beschermen tegen bladluizen hebben telers vorig jaar, het eerste teeltjaar waarin een Europees verbod gold voor neonicotinoïden, twee tot drie keer volvelds moeten spuiten tegen luizen, zo blijkt uit het teeltbegeleidingssysteem Unitip. Deze bespuitingen leidden tot een extra kostenpost van 100 euro per hectare.
Het gebruik van neonicotinoïden als zaadbehandeling was zeer effectief en weinig milieubelastend, stelt Cosun. Met zeer lage doseringen per hectare werden uitsluitend plaaginsecten gericht bestreden en natuurlijke vijanden gespaard.