Column: Menko van Zwol: Op weg naar minder chemie
Onze motivatie voor deze teeltwijze - waar mogelijk geen chemie - komt deels voort uit ons gevoel voor het rentmeesterschap. We willen duurzamer telen, omdat we een gezond bedrijf, een gezonde planeet willen doorgeven aan de volgende generaties. Tegelijkertijd merken we dat er ook meer mogelijkheden komen voor deze manier van telen. De rassen worden beter, de techniek biedt meer ruimte. Het kan dus makkelijker dan vroeger.
De aardappelteelt vraagt best wat aan chemie. Dit jaar hebben we het in de Vitabella’s zonder fungiciden en herbiciden kunnen doen. In plaats daarvan hebben we de aardappelen geschoffeld. Het was weliswaar niet echt een schimmeljaar, maar phytophthora kwam er wel wat in. Daarom hebben we afgelopen weekeinde de aardappelen met de loofklapper doodgemaakt. Als er hergroei komt, gaan we er nog met de wortelsnijder doorheen, maar ik verwacht dat dat niet nodig zal zijn. Het gewas was al aardig op z’n retour.
De Vitabella’s hebben nog chemische fosfaat en stikstof gehad, daarentegen was de kalimeststof al biologisch. Volgend jaar willen we dat verder opschalen. Daarmee zouden deze aardappelen volledig onbespoten en zonder chemie worden geteeld. Ze worden alleen niet op biologische grond geteeld.
„Smaak is voor ons een belangrijke factor.“
Dit is voor ons een mooie test. Biedt dit systeem hoop voor de toekomst, is dit een nieuwe manier van telen? In de tafelaardappelen misschien wel, voor het pootgoed gaat dat niet lukken. Maar als we op deze manier onze tafelaardappelen kunnen telen, hebben we al een hele slag gemaakt waar het gaat om circulaire landbouw.
Het biologische ras Vitabella maakt nu zo’n 10 procent uit van ons aardappelareaal. Dat willen we in de komende jaren langzaamaan uitbreiden. We kunnen natuurlijk niet in één keer overstappen van bijvoorbeeld Nicola’s op Vitabella’s. En er zijn behalve Vitabella wel meer bio-rassen maar ze zijn niet allemaal even lekker. Smaak is voor ons een belangrijke factor. Klanten zijn gewend aan een bepaald ras en de overstap naar een ander ras is een geleidelijk proces. Voor de introductie van Vitabella hebben we vorig jaar 2.000 zakjes weggegeven aan supermarkten om uit te delen, om zo feedback te krijgen op onze aardappelen. Daar hebben we positieve reacties op gehad. En eerlijk is eerlijk, de Vitabella is een lekkere aardappel en daarmee een goed alternatief voor Nicola. Overigens blijven we de andere aardappelrassen wel gangbaar telen.
Ik denk dat de toekomst van de landbouw zit tussen gangbaar en biologisch. Biologisch is volgens mij geen volhoudend systeem als je de wereld moet voorzien van voedsel. Je moet chemie achter de hand hebben om in geval van nood in te kunnen grijpen. Als ik met een normale dosering chemie mijn tarwe schoon kan houden, kan ik met wat minder toe in de aardappelen en bieten. Dan hebben we toch al een hele slag gemaakt.
„Met de huidige landbouw zijn we te veel op chemie gaan leunen.“
Het punt is met de huidige landbouw dat we te veel op chemie zijn gaan leunen. Het is onze verzekeringspremie. En daar wil ik van af. De uitdaging is dat je, als je meer met de natuur wilt werken een bepaalde vorm van chaos zult moeten accepteren. De risico’s zijn iets groter. In de aardappelen maar ook in de bieten hebben we dit jaar geen insecticiden gebruikt. Dat betekent dat je luizen moeten accepteren. En ja, in de bieten zie ik nu wel een paar gele vlekjes, maar eigenlijk valt het nog best mee.
Wat ik jammer vind, is dat er voor dit soort bedrijfsvoering geen erkenning is. Ja, er is wel PlanetProof, maar daar zitten te veel administratieve haken en ogen aan, waardoor het minder praktisch is. En daardoor kunnen je aardappelen worden afgeschreven op basis van een administratieve fout. Maar waar het écht om draait is niet allemaal controleerbaar.
Er zit een groot gat tussen biologisch en gangbaar. Met gangbaar heb je chemie en lage prijzen, bij biologisch doe je het zonder chemie, maar zijn de prijzen wat hoger. En wat doen we met de categorie die het met minder chemie doet? Een hogere prijs voor deze producten zou toch ook moeten kunnen.
Het grote probleem in dezen is misschien wel de burger en de consument. Op papier zijn ze één, maar in de praktijk staan ze mijlenver uit elkaar. De burger houdt een mooi praatje over duurzaam, maar de consument gaat voor de kiloknaller. En die spagaat mag de akkerbouwer oplossen.