Luizenaanpak gaat verder dan alleen je eigen perceel
Een belangrijk voorbeeld is volgens hem de loofdoding van aardappelen. „Als je buurman het loof gaat doden, vliegen de luizen uit dat perceel massaal over naar andere percelen, bijvoorbeeld dat van jou.” De herinvoering van verplichte loofvernietigingsdata hoeft van hem niet, maar hij pleit wel voor een kritische blik op de teeltsystemen in de regio, bijvoorbeeld door regionaal afspraken te maken over de periode van loofdoding. „Bladluizen kunnen kilometers ver vliegen.”
Loofdoding is volgens Van der Vlugt één van de risicovolle periodes in de aardappelteelt waar het gaat om luizen. Zeker nu Reglone is weggevallen als loofvernietigingsmiddel is het zaak om alert te zijn op hergroei. Bij een late luizenvlucht kunnen deze nieuwe bladeren weer geïnfecteerd worden.
Resistent tegen luizendoders
Overigens vraagt de viroloog zich af of een chemische aanpak van luizen nog wel heel zinvol is. „Onderzoek in Engeland heeft aangetoond dat luizen daar resistent zijn tegen vier belangrijke luizendoders. We weten niet hoe dat in Nederland is.” Daarnaast schuwt hij de dodelijke werking op de natuurlijke vijanden van de luizen.
Olie zou een alternatief kunnen zijn. „Maar ook dat gebruik is aan banden gelegd. En bovendien is het geen wondermiddel, maar het is wel goed om verder te kijken naar olie en andere natuurlijke middelen.”
Akkerranden, extensief bermbeheer en strokenteelt zijn virologisch gezien mooi, omdat er veel natuurlijke vijanden in kunnen huizen. „Dit zou een manier kunnen zijn om de luizendruk te verlagen.” Maar tegelijkertijd kunnen deze akkerranden ook onkruiden bevatten die waardplant zijn voor het Y-virus. „Er zijn best veel onkruiden die geïnfecteerd kunnen raken door Y-virus, bijvoorbeeld de paardenbloem.”
Opslagplanten bron voor Y-virus
Ook opslagplanten kunnen een belangrijke bron zijn van het Y-virus. „Hoe meer zieke planten in je perceel, hoe groter het risico op zieke opslagplanten. En als we die straks zonder glyfosaat niet meer chemisch kunnen bestrijden, moet je er heel vroeg bij zijn om deze aan te pakken.
Het Y-virus is het belangrijkste virus, maar er zijn ook andere bedreigingen. Bladrol speelt bijvoorbeeld geen rol meer in Nederland, maar moet de sector volgens Van der Vlugt wel in de gaten houden. „Denk niet dat je er van af bent. “