Vergelingsvirus duikt in hele land op: „Neonicotinoïden onmisbaar”

Het is de optelsom die heel duidelijk maakt hoe de vlag er bij hangt. „Met de huidige toegelaten chemische middelen kunnen we het vergelingsvirus niet afdoende bestrijden, er zal dus altijd schade zijn. Het kost de telers heel veel extra inspanning om de groene perzikluizen de baas te blijven, ze moeten beduidend meer middelen en dus werkzame stof gebruiken tegen veel hogere kosten. En het milieu is ook niet gebaat bij die extra bespuitingen”, vat Pieter Brooijmans van Cosun alle gevolgen kort samen.
Dramatisch
De coating op het zaad was het ultieme antwoord op deze knelpunten. „Dankzij de neonicotinoïden volstond een minimale hoeveelheid werkzame stof die heel doelgericht werkte: alleen de plaag zelf werd aangepakt.” Hij begrijpt dan ook niet waarom de neonicotinoïden niet meer mogen worden toegepast. „Je ziet overal problemen opkomen. In Frankrijk is de situatie dramatisch.”
En die problemen zullen de komende jaren alleen maar toenemen, als er niets gebeurt. Het virus krijgt, door de zachtere winters zoals Nederland de laatste jaren kent de kans om zich in rap tempo verder te verspreiden. Steeds meer bladluizen overleven en worden vroeger in het voorjaar actief.
Ongelijk speelveld
Nu Frankrijk heeft aangekondigd een ontheffing te willen verlenen voor gecoat zaad en ook andere lidstaten dergelijke stappen willen ondernemen, zijn in Nederland de alarmbellen nóg harder gaan rinkelen. De Nederlandse sector concludeert daaruit dat het gebruik blijkbaar voldoende duurzaam is, in ieder geval tijdens de transitie naar andere middelen. Bovendien zorgt een (tijdelijke) toelating in andere landen voor een ongelijk speelveld voor de Europese bietenteelt. Samen met LTO, NAV en NAJK heeft Cosun een brief naar minister Schouten gestuurd met het indringende verzoek tot een vrijstelling. Een reactie hierop is er nog niet.