Column: Karin Bergmans-Elshof: Kruidig stukje
We telen voor de Verenigde Nederlandse Kruidendrogerijen B.V, VNK in de volksmond. Wereldwijd wordt ‘dried Dutch parsley’ hier vandaan verkocht voor in potjes en zakjes, maar het zit ook in bijvoorbeeld soepen. Dit gewas telen wij met een aantal hier aan de weg en met meerdere collega’s in Flevoland. Het gewas kan zo’n drie tot vijf keer gemaaid worden, afhankelijk van het groeiseizoen en de voorvrucht. De planning tussen oogsten en verwerken komt nauw. VNK regelt dan ook zelf de oogst en het transport over zo’n vijftien kilometer naar de drogerij in Biddinghuizen.
Momenteel lopen we voor de derde en laatste keer door de peterselie om te wieden. De zon schijnt. Ik buk eens naar een suikerbietje of aardappel. Er vaart een bootje voorbij. Ik buk soms naar een worteltje of een enkele venkel. Een vlinder landt voor mijn voeten. Best zen, als je de spierpijn ’s avonds wegdenkt. Het gewas schoonhouden is namelijk behoorlijk intensief. Omdat er alleen kruiden en geen onkruiden gemaaid dienen te worden, trekken we de nachtschades en opslag handmatig uit de grond en stoppen dit onder het gewas. Niets dient de kop immers boven het maaiveld uit te steken. In het voorjaar wil dit nog wel met de hak, nu gaat alles met het handje. En met de rug. En met spieren waarvan je niet wist dat je die had.
„Het gewas schoonhouden is behoorlijk intensief.”
Het zou chemisch moeten kunnen, maar dat vereist een bepaalde prioriteit bij middelenfabrikant en het Ctgb. Momenteel is er na opkomst namelijk niets toegelaten. Het zou mechanisch moeten kunnen, wat natuurlijk weer een goede afstemming tussen zaaimachine en schoffeltuig vereist qua afmetingen. Wie schaft dan wat aan? Het is een leuke teelt, maar om het leuk te houden is er wel wat meer samenwerking en afstemming binnen de keten vereist. Maar ik zal er geen gekruid stukje van maken. Binnenkort komen ze maaien en ruikt het hier weer heerlijk naar soep. Deze wordt vast niet zo heet gegeten als ze werd opgediend.