Aardappelverwerking en -export plussen licht
Dat blijkt uit de verwerkingscijfers van de Vereniging voor de aardappelverwerkende industrie (Vavi) en de exportcijfers van de NAO.
De verwerking lijkt blijvend de weg omhoog gevonden te hebben. Met name het voorgebakken product maakte dit voorjaar door Covid-19 een vrije val. Was de productie in februari nog 152.300 ton, in maart zakte dit al naar 130.900 ton. April was het dieptepunt met 71.300 ton.
Daarna krabbelde de productie langzaam weer op. De hoeveelheden zijn nog niet te vergelijken met bijvoorbeeld vorig jaar. Toen lag de totale productie vanaf februari tot en met augustus tussen 318.000 en 345.000 ton per maand.
De hoeveelheid andere producten is stabieler geweest en schommelt rond de 25.000 ton met in februari een 27.200 ton, in maart 25.500 ton en ook hierbij in april het dieptepunt op 20.200 ton.
In de afgelopen twaalf maanden – september 2019 tot en met augustus 2020 - heeft de aardappelverwerkende industrie 3,49 miljoen ton aardappelen verwerkt. Dat is een min van krap 356.000 ton ten opzichte van dezelfde periode in 2018-2019.
Export
De export van consumptie- en industrie-aardappelen blijft enigszins achter bij vorig jaar, blijkt uit cijfers van de NAO. De verkopen binnen Europa daalden fors (ruim 18 procent), met uitschieters van Malta, Tjechië en Polen. Buiten Europa werden juist meer aardappelen afgezet, waardoor het totaalvolume met 99.000 ton vrijwel gelijk is aan de 102.000 ton vorig jaar. Grote afnemers nu zijn Senegal, Mauretanië en Mali.
Pootgoedsector
De pootgoedsector doet ook goede zaken in het buitenland. Met 760.321 ton scoort oogst 2019 al ruim boven de exportcijfers van de voorgaande oogst (714.573 ton). Vooral de export naar niet-Europese landen (Amerika, Azië en Afrika) springt eruit. Algarije blijft koploper (77.681 ton), maar ook met Egypte (31.246) en Irak (23.463) is het goed zakendoen.