‘Zelf composteren, dan de tijd nemen’
Bij de Drentse akkerbouwer Johan Mulder in Donderen is de grondstof van de compost nog zichtbaar, als het op de akker verspreid wordt. Mulder gebruikt natuurgras om compost te maken. Elferink zegt dat agrarische bedrijven niet, zoals echte composteringsbedrijven, de compost mogen omzetten. Staatsbosbeheer brengt daarom natuurgrasmaaisel bij Mulder, waarna de akkerbouwer het zo goed mogelijk laat liggen op het erf om het in compost te laten veranderen. Het is dan volgens Elferink belangrijk dat de berg gras niet te groot is. „Als de temperatuur in de hoop te hoog kan oplopen, is er een hoog risico op brand. In de vijftien jaren dat Mulder zelf compost ‘maakte’, is zes keer een brandje in de hopen ontstaan.”
Benodigde condities
Elferink noemt meerdere condities voor het goed ‘maken’ van compost uit natuurgrasmaaisel:
- Hopen die niet breder zijn dan een paar (2) meter.
- De temperatuur moet gedurende een paar dagen boven de 60 graden komen, maar niet boven de 70.
- Genoeg vocht: „Als je erin knijpt valt er een druppel, niet minder, ook niet een straaltje water. Te droog? Sproeier erop!”
- Genoeg lucht: „Voor het goed omzetten van organisch materiaal is minimaal 10 tot 15 procent lucht in de hoop nodig.”
- De juiste C:N verhouding: „Die moet bij de start liggen tussen de 50:1 en 30:1”
De hoop afdekken kan, maar er moet lucht bij komen, anders zal de hoop volgens Elferink gaan fermenteren. Dan gaat de compost lijken op bokashi. „De compost is het beste, als de C:N verhouding in het eindproduct tussen de 10:1 en 15:1 ligt. Daar moet je met de beginverhouding op sturen. De keuze van het beginmateriaal is bepalend voor de eindverhouding.”
Regels
De regels schrijven voor dat je het materiaal aanvoert en afvoert vanuit een gebied met een straal van 5 kilometer. Omzetten mag niet, maar de teler mag wel zelf de bult nazoeken op ‘rotzooi’. Dat geeft de mogelijkheid om toch wat te wroeten in de hoop en plastic of ander afval uit de natuur eruit te zoeken, zegt Elferink. Bijkomend voordeel is dat de hoop stiekem toch wat omgezet wordt.
Onkruidzaden
De temperatuur van meer dan 60 graden tijdens de compostering, doodt de onkruidzaden in de hoop. Elferink: „Maak je geen compost maar bokashi met fermentatie, dan is het onkruidzaad ook niet meer kiemkrachtig, zo blijkt. Dat komt door de zuurgraad bij dat proces. Ook wormencompost bevat geen kiemkrachtige onkruidzaden. Als het goed is, is de complete bult dan door de wormen heen geweest.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes