NAV: ‘Uitvoerbaarheid Toekomstvisie gewasbescherming 2030 is uitdaging’

LNV presenteerde afgelopen week het uitvoeringsprogramma ‘Toekomstvisie gewasbescherming 2030’ in een visiedocument over kringlooplandbouw ‘Landbouw, Natuur en Voedsel; Waardevol en Verbonden’. Volgens de NAV moeten de plannen veel meer integraal worden bekeken om echt vooruitgang te kunnen boeken met de plannen die de toekomstvisie bevatten: „We zullen als sector een vuist moeten maken om dit plan uitvoerbaar te maken. Alle problemen en oorzaken moeten meegewogen worden. Dus niet alleen de gewasbeschermingsvisie, maar ook het mestbeleid en de rol van de inkooporganisatie.”

Gemiste kans

Dat deze zaken niet of nauwelijks aan de orde komen, is volgen hem een gemiste kans: „Als je planten teelt, dan heb je niet alleen te maken met gewasbescherming. Bemesting is net zo belangrijk in het teeltproces als gewasbescherming. Het visie document is in die zin kort door de bocht omdat het maar een klein deel van de totale akkerbouwteelt beschrijft.”

De NAV is in dat kader recent begonnen met het opzetten van een producentenorganisatie voor goede prijzen bij de teelt van consumptieaardappelen. Van Dijk: „Dat doen we om de telers meer macht te geven. Wij zien aan deze plannen dat telers aan de milieukant nog meer kosten gaan krijgen en dat willen wij terugzien in de opbrengstprijzen, want als je meer kosten maakt, dan moet de opbrengst ook stijgen. Dat is een noodzakelijk onderdeel voor de haalbaarheid van dit plan.”

Kansen

Positief is volgens Van Dijk de mogelijkheid om de huidige gewasbeschermingsmiddelen in stand te houden tot er alternatieven beschikbaar zijn. „De vrijstelling die voor een maximale periode van drie jaar kan worden aangevraagd voor het ontwikkelingen van een alternatief. En dat is bijvoorbeeld goed nieuws voor het verbod op neonicotinoïden bij bietenzaad. Die zijn onder politieke druk verboden, maar zijn milieutechnisch een betere oplossing dan twee of drie keer met een insecticide spuiten. Op basis van dit plan zou dit middel terug moeten kunnen komen.”

BO Akkerbouw: bijsturen

BO Akkerbouw ziet ze goede en minder goede punten in de toekomstvisie. Volgens André Hoogendijk opent het in elk geval deuren om bepaalde – cruciale – zaken opnieuw op de agenda te zetten: „Als ik het plan diagonaal doorlees, dus zonder de punten en komma’s te ontleden, dan zie ik dat deze toekomstvisie onze plannen overlapt en ondersteunt. Er wordt als akkerbouwsector al flink geïnvesteerd in onderzoeken en innovaties. Het is bij veel punten uit het visiedocument dan ook een kwestie van bijsturen naar links of naar rechts om processen sneller of juist langzamer te laten verlopen.”

De brancheorganisatie is zelf niet betrokken geweest bij de samenstelling van het plan, maar twee van haar leden (Plantum en LTO) ondertekenden de toekomstvisie al wel. Hoogendijk: „Het sluit aan bij onze plannen, maar de verdere uitwerking van de plannen laten we over aan onze leden. Zij doen de belangenbehartiging en zien dit plan als een additioneel plan dat we samen met onze leden gaan bekijken om gezamenlijk op te kunnen trekken.”