Robots tegen bodemverdichting en arbeidsschaarste
Robots kunnen volgens Jenneke van Vliet van het Centrum voor Landbouw en Milieu bijdragen aan reductie van onkruidmiddelen. Ze zijn licht en beschadigen de bodemstructuur daardoor niet. De robots die in het kader van Schoon water voor Brabant! geshowd werden op de Agroproeftuin de Peel besparen op personeel. De ontwikkelingen staan niet stil, want er komen steeds verfijndere opties op en de robots leren met camera's zien waar de rij is en waar het onkruid staat.
Tijdens de presentaties blijkt dat personeelstekort steeds vaker een argument wordt om robots in te zetten. Na de Polen, de Roemenen en de seizoenswerknemers uit de Oekraïne, volgen de robots. Ze laten zich niet weghouden door corona, ze kunnen lang doorwerken, zonder koffie en ze kunnen werken onder hete omstandigheden. Juist bij temperaturen van 30 graden is schoffelen heel effectief. Werknemers hebben het dan zwaar, robots niet. Ze werken 4 tot 8 uur door op een batterij en verliezen niet hun concentratie. In plaats van woonruimte hebben ze genoeg aan een plekje in de schuur met een stopcontact. In de eerste plaats richten de fabrikanten zich op intensievere teelten als vollegrondsgroenten en siergewassen. Daarin kan een robot twee tot tien mensen vervangen.
Rondom schoffelen
De Garford schoffelmachine met camera's en 5 roterende, hoefijzervormige schoffels hangt bij de demonstratie in de voorhef van een trekker. Volgens Marijn van den Akker van machineleverancier Homburg kan de schoffel ook aangepast worden om onder een (lichtere) robot te hangen. De elektronica van dit apparaat (hij kost 120.000 euro) reageert snel. Vijf elektromoteren drijven de roterende schoffels aan. De schoffelmachine herkent individuele planten en ziet waar de rijen zijn. Met een siteshift kan de schoffel corrigeren onder het werken. De minimale afstand tussen de planten is 15 centimeter. Voor werken met kleinere plantafstanden ontwikkelt de fabrikant nieuwe machines.
Dat de robots in ontwikkeling zijn blijkt bij alle demonstraties. Vaak zijn er na de komende winter nieuwe opties mogelijk en er ontstaan nieuwe samenwerkingen. Zo kan een andere robot, de Dino van de Franse fabrikant Naïo, na de winter ook beter in de rijen schoffelen. Met opzij bewegende schoffels pakt de robot volgend seizoen behalve de onkruiden tussen de rijen ook die in de rijen. De Dino kost ongeveer een ton in euro's. Hij kan vijf hectare op een dag schoffelen. Volgens stagiair Luuk Banken is de Dino 800 kilo zwaar en daarmee veel lichter dan combinaties op trekkers. Banken vertelt dat ze de cameratechniek van de Garford willen toevoegen aan de Dino. Dan gaat de machine nauwkeuriger werken dan hij nu kan.
De Dino heeft een klein broertje uit dezelfde Naïo-stal. De Z440 is zo groot als een traptrekkertje, weegt 180 kilo en kan het werk van 2 mensen aan als hij in de spillenteelt (boomkwekerij) schoffelt. Een hectare per dag doet deze kleine robot. Hij kan werken op een breedte van een halve meter tot een meter. Daarnaast heeft de kleine robot behoorlijk kracht in de elektromotor en de kleine brede bandjes: hij kan 200 kilo dragen en daarnaast 300 kilo trekken. Net als bij de andere robots geldt: er zijn meer toepassingen te bedenken, als de robot werktuigdrager voor andere apparaten wordt. De Z440 kost 30.000 euro.
Modulaire systemen
Dat er continu functies bij kunnen komen op zelfrijdende en zelfwerkende machines blijkt bij de eTrac van Farmertronics. Thieu Berkers van dit bedrijf vertelt dat het 1.200 kilo zware, driewielige apparaat gemaakt is voor fruitteelt, druiventeelt en sportveldenonderhoud. Volgend jaar zal de machine aan het werk zijn. De prijsstelling is tussen 70.000 en 90.000 euro, afhankelijk van de batterijgrootte. Batterijen tussen de 15 en 50 kilowattuur zijn mogelijk. Om de actieradius te vergroten denken de ontwikkelaars over het opbouwen van een brandstofcel en waterstoftanks op de eTrac. Een andere aanpassing kan een variant op vier wielen worden.
Alles op de eTrac functioneert op elektriciteit. De achteras draait op 72 volt, de vooras op 48 en de aandrijving van werktuigen gaat op 24 volt. Met gps is hij op 7 centimeter nauwkeurig en dankzij de camera's kan hij nog veel preciezer werken. Nu nog werkt de eTrac met een afstandbediening met een joystick. Op een kleine batterij werkt het apparaat 4 uur en straks met een 45 kWh batterij misschien wel 8 uur.
De robots zijn allemaal lichter dan wanneer de apparaten op trekkers over het land gaan. Ze kunnen vanuit een AB-lijn over de akker of gaard bewegen. Banken zegt dat het het mooiste is als de robots dezelfde rijpaden gebruiken als toen er gezaaid werd. Zo is ook de Garford te combineren met andere machines en robots. Twee voordelen zijn er voor bodem en bodemleven: minder gewicht en minder chemie.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes