MRL chloorprofam consumptieaardappelen tijdelijk van 0,01 mg naar 0,4 mg
Via een digitale stemming heeft het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders (SCoPAFF) het licht op groen gezet voor een tijdelijke MRL van 0,4 mg/kg voor het kiemremmingsmiddel chloorprofam bij consumptieaardappelen. Naar verwachting gaat deze tijdelijke MRL in rond de zomer van 2021. De ingangsdatum is afhankelijk van de verdere EU-besluitvorming hieromtrent. Volgens BO Akkerbouw blijft de huidige MRL van 10,0 mg/kg tot deze ingangsdatum van kracht. BO Akkerbouw onderstreept dat het gebruik van chloorprofam niet meer is toegestaan. Telers kunnen consumptieaardappelen in het huidige seizoen 2020-2021 wel onder de huidige MRL afleveren.
Besluitvormingsproces
Het besluit van de SCoPAFF gaat nu naar de Europese Raad en het Europees Parlement voor toetsing. Vervolgens volgt de officiële publicatie. Naar verwachting is dat over 3 tot 6 maanden. De tijdelijke MRL gaat 6 maanden na publicatie in. Volgens BO Akkerbouw is daardoor een exacte ingangsdatum nog onbekend. Ze verwacht dat deze waarschijnlijk in de zomer van 2021 zal liggen. Tot de ingangsdatum van de tijdelijke MRL blijft de huidige MRL van 10,0 mg/kg van kracht. Voor import van consumptieaardappelen van buiten de Europese Unie geldt dat deze straks ook aan de tijdelijke MRL zal moeten voldoen.
Sinds juli 2020 heeft de EU het gebruik van chloorprofam verboden. In de afgelopen decennia gebruikten veel akkerbouwers kiemremmingsmiddelen op basis van chloorprofam. Het gevolg is dat in veel bewaarschuren resten van dit middel aanwezig zijn. Na het EU besluit om de toelating van het middel niet te verlengen, zou de MRL normaal gesproken terugvallen naar een niveau van 0,01 mg/kg. Door het risico van kruisbesmetting in de bewaarschuren zou dit veel telers van consumptieaardappelen in de problemen brengen. Deze tijdelijke MRL én met het volgen van het schoonmaakprotocol voor bewaarplaatsen is er voor de sector een nu oplossing, stelt BO Akkerbouw.
Hoofdpijn
Deze problematiek heeft voor veel hoofdpijn gezorgd in de aardappelsector. „In de Taskforce Kiemremming van BO Akkerbouw hebben de leden LTO, NAV, VAVI en NAO hard gewerkt aan een oplossing, samen met hun Europese partners. Er zijn inmiddels alternatieve middelen beschikbaar voor de bewaring en er ligt een schoonmaakprotocol voor bewaarplaatsen. En nu is er dan ook duidelijkheid over de tijdelijke MRL. Hiermee kan de sector verder”, denkt André Hoogendijk, directeur BO Akkerbouw.
BO Akkerbouw heeft een beslisboom laten opstellen voor het gebruik van alternatieve kiemremmingsmiddelen in de bewaring. Verder hebben BO Akkerbouw en haar leden de sector geïnformeerd over het schoonmaakprotocol. De inzet van de Taskforce Kiemremming van BO Akkerbouw is dat consumptieaardappelen regulier kunnen worden afgeleverd en verwerkt. Voor wat betreft consumptieaardappelen voor verwerking is die doelstelling met de huidige besluitvorming en met uitvoering van het schoonmaakprotocol behaald. Een probleem blijft de kiemremming bij export van consumptieaardappelen naar verre bestemmingen. Voor dat vraagstuk is vooralsnog nog geen oplossing in beeld.
Ruim 15 jaar
Een groot probleem is het feit dat chloorprofam nog jarenlang (tot ruim15 jaar na de laatste toediening) aanwezig kan zijn in de bewaarloodsen. En dat zelfs na een grondige reiniging. Vervolgens kunnen die resten terecht komen in producten die de akkerbouwer in die schuren bewaart. Voor de sector aanleiding bij de EU aan te dringen op een tijdelijke MRL. Een tijdelijke MRL die laag genoeg moet zijn om te verhinderen dat CIPC toch nog kan worden gebruikt, maar hoog genoeg om gedwongen vernietiging te voorkomen van producten die met CIPC zijn gecontamineerd. Deze tijdelijke MRL geeft de sector wat meer tijd om een oplossing te vinden voor de in het beton, het rubber van de transportbanden en het hout aanwezige CIPC restanten.
Hoelang de tijdelijke termijn duurt is nog onduidelijk. André Hoogendijk: „In de Europese wetgeving is vastgelegd dat zo’n termijn maximaal 10 jaar mag duren. In dit geval zou dit dus betekenen tot 2031. De sector zal jaarlijks aan de EC de voortgang moeten rapporteren wat betreft de vermindering van de MRL in de aardappelen. Op basis van deze rapporten kan de EC besluiten de tijdelijke termijn en/of MRL norm aan te passen. Die norm zal nooit hoger worden dan de huidige 0,4 mg/kg. Tonen deze jaarlijkse rapportages een positieve ontwikkeling, dan zal deze norm mogelijk naar beneden worden bijgesteld en/of de tijdelijke termijn worden aangepast.”