Mest op maat voor de akkerbouw
Als het aan minister Schouten ligt wordt de Nederlandse melkveehouderij grondgebonden en moet de intensieve sector alle mest verwerken. Minister Schouten presenteerde dit plan afgelopen maand in een Karmerbrief over het mestbeleid. Het bleef echter nog onduidelijk wat dit precies inhield voor de akkerbouwsector. LNV-beleidsmedewerkers Herman Snijders en Kees Verbogt gaven daar in de webinar duidelijkheid over.
Samenwerkingsverband
Een grondgebonden melkveehouderij is niet iets wat in één jaar bereikt moet zijn. Volgens de ambtenaren is dit iets waar de sector de komende tien jaar naar toe moet werken. Dit houdt in dat melkveehouders grond moeten aankopen als ze nog niet grondgebonden zijn, maar ze kunnen ook samenwerkingsverbanden aangaan met akkerbouwers.
Het blijft voor melkveehouders en akkerbouwers vrij om afspraken te maken over de teelt van voedergewassen. Snijders: „Het maken van afspraken over voedergewassen is prima. Wij gaan daar als overheid niet tussen zitten. Het gaat ons erom dat melkveehouders alle mest kwijt kunnen op hun eigen bedrijf, of in een samenwerkingsverband.”
Het is de bedoeling dat deze samenwerkingsverbanden zoveel mogelijk regionaal plaatsvinden. „Maar hoe groot die regio is moeten we in de komende tien jaar gaan bepalen”, aldus Verbogt.
Mest op maat
Om de meststroom van varkens- en pluimveehouderijen helderder te maken, zouden de bedrijven volgens het ministerie alle mest moeten verwerken. De producten die uit de mestverwerking ontstaan, zijn volgens de ambtenaren uitermate geschikt zijn voor de Nederlandse akkerbouwers. Het dunne deel van de mest (het mineralenconcentraat) kan namelijk dienst doen als kunstmestvervanger, maar dat is op dit moment volgens de regels nog niet toegestaan.
„Waar we op dit moment in Brussel mee bezig zijn, is ervoor zorgen dat dat dunne deel van de verwerkte mest gezien gaat worden als een kunstmestvervanger en niet meer als dierlijke mest”, vertelt Snijders. „Hierdoor valt het ook niet meer onder de regelgeving van dierlijke mest. Akkerbouwers krijgen dan de kans om deze ‘mest op maat’ te kunnen aannemen.” Volgens de ambtenaar moet Nederland meer naar een vraaggestuurd mestgebruik in plaats van aanbodgestuurd.
Geen dierlijke mest meer
Volgens de ambtenaren zou met het toekomstige mestbeleid de hoeveelheid onbewerkte varkens- en kippenmest afnemen of zelfs helemaal verdwijnen als gevolg van de mestverwerkingsplicht. „Dat hoeft geen probleem te zijn,” zegt Snijders. „In veel kwaliteitsprogramma’s van supermarkten of afnemers zoals Friesland Campina zijn immers al voorwaarden voor precisiebemesting opgenomen en daar past ‘mest op maat’ juist bij.”
Volgens Snijders hoeven akkerbouwers niet bang te zijn voor een tekort aan organische stof omdat ze geen beschikking meer hebben tot dierlijke mest van varkens of pluimvee. „Bij de productie van een kunstmestvervanger uit mest kunnen ook korrels gemaakt worden die het vaste deel van mest bevatten. Die zullen ook hun weg vinden naar de akkerbouw. Daarnaast kunnen akkerbouwers stro onderploegen om het organische stof gehalte op peil te houden.”
Kosten mestbewerking
Mestverwerken kan de prijs voor gewassen laten stijgen. Volgens de LNV-ambtenaren zouden de kosten van mestverwerking in de komende jaren moeten dalen. Verbogt: „Wat je wilt is dat mestverwerking van de grond komt zodat de prijs gaat dalen. Doordat varkens- en kippenhouders alle mest gaan verwerken, krijgen mestverwerkers een constantere meststroom naar hun fabriek. Hier kunnen zij dan ook een businessplan op maken. Mestverwerking moet de aantrekkelijkste optie worden.”
Bekijk hier het webinar terug