Asa-Lift bouwt met klant aan rooier voor zoete aardappelen
Van de Bool teelt voor het zevende jaar zoete aardappelen, bataten. De eerste twee jaren werden de verdikte wortels machinaal gerooid en met de hand geraapt. Uitbreiding van het areaal zette de teler aan het denken: „Wij willen in een kort tijdsbestek rooien en arbeid is duur.” De oogst moest dus anders. Wel wil hij met zo min mogelijk beschadigingen oogsten, hij levert veel voor de versmarkt.
De teler oriënteerde zich, maar zag in de wereld geen machines die hem paste. „Er zijn machines, maar vaak te groot voor de percelen waarop wij werken.” Hij kocht daarom een oude bollenrooier, verbouwde die en ging met succes aan het werk. Totdat in een wat natter teeltjaar ook deze rooier niet meer naar behoren bleek te kunnen werken.
Prototype
In 2018 kwam Van de Bool op een beurs in Frankrijk in contact met Asa-Lift en legde deze fabrikant zijn vragen en ideeën voor. Van het één kwam het ander en Asa-Lift kwam naar Neer om de machine die daar draaide te bestuderen. Alle ideeën mondden uit in een prototype dat dit seizoen is uitgeprobeerd, onder andere bij Van de Bool. Na de oogst (9 hectare à 30 ton) zijn er nog wat aanpassingen gedaan. De teler is er nu van overtuigd dat hij een goede machine heeft aangeschaft.
Want zo ver is het inmiddels wel. Van de Bool: „Het is een hele investering, maar handarbeid is duur en traag.” Als alles lekker loopt, raapt een goede raper zo’n 150 tot 200 kilogram per uur. Op de rooier die hij nu heeft, komt er per man een halve ton per uur van het land. Bijkomend voordeel van een machine is dat de teler kan rooien wanneer hij wil én sneller. „Dat is vooral van belang bij dalende bodemtemperaturen in het najaar. De kwaliteit gaat hard achteruit als de bodemtemperatuur onder de 10 graden komt. Bij een eerste nachtvorst moet ik dus snel kunnen reageren”, aldus Van de Bool.
Eenvoud een eis
De machine die de bataatteler in de loop van jaren ontwikkelde en voor ogen stond, blinkt uit in eenvoud. Dat was ook één van de eisen die hij neerlegde bij Asa-Lift. „Het vroeg een andere manier van denken, maar deze machine is daardoor relatief simpel en makkelijk te bedienen. Hydrauliek, hefinrichting en aandrijving heeft mijn trekker ook wel, dat hoeft dus niet op de rooier.” Wat dat betreft is de Harvey-one van Asa-Lifts moederbedrijf Grimme een tegenpool. Van de Bool is daar ook nog bij wezen kijken, maar „dat is een studiemodel dat straks autonoom moet gaan werken en waar alle snufjes opzitten die maar te bedenken zijn.”
Praktijkrijp
Pieter Steenbergen van Asa-Lift Nederland beaamt dat de Grimme-rooier iets anders is. „Het is een vingeroefening voor de ingenieurs om te ontdekken wat er allemaal kan.” De rooier die onder andere bij Van de Bool draait, is een praktijkrijpe machine. Asa-Lift heeft er nog één in Zwitserland en twee in Duitsland draaien. Deze winter wordt alle informatie uit het veld verzameld en geanalyseerd waarna de machine een update krijgt. „Begin volgend jaar willen we echt naar buiten komen, met deze zoetaardappelrooier die ook voor de kleinere teler interessant kan zijn”, aldus Steenbergen.