Driekwart Nederlanders wil geen politieke inmenging bij toelating gewasbeschermingsmiddelen

De wetenschap moet bepalen welke gewasbeschermingsmiddelen veilig zijn en mogen worden toegelaten. De politiek moet daar niet over beslissen. Dat stelt bijna driekwart van de Nederlandse bevolking. Een meerderheid van de Nederlanders vertrouwt op het wetenschappelijk oordeel van Nederlandse en Europese autoriteiten zoals het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). Dit blijkt uit een representatief onderzoek onder 1.560 Nederlanders dat in opdracht van LTO Nederland is gehouden door DirectResearch. Het onderzoek richtte zich op de houding van het Nederlandse publiek ten aanzien van de productie en consumptie van voedsel. Daarnaast zijn er verschillende thema’s aangesneden die op dit moment spelen in de Nederlandse land- en tuinbouw.
Cijfers
In dit onderzoek is 26 procent het ‘volledig eens’ en 48 procent ‘eens’ met de stelling dat wetenschappers moeten bepalen of het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel veilig is. Van de ondervraagden zegt 17 procent het nog ‘eens’ nog ‘oneens’ te zijn. Daarmee zegt 74 procent van de Nederlanders te kunnen instemmen met een wetenschappelijk oordeel. Op de vraag of voedselimporten uit landen met lagere productiestandaarden dan die van de EU geweerd mogen worden is 18 procent het ‘helemaal eens’ en 42 procent ‘eens’. In totaal stemt daar dus 60 procent mee in terwijl 27 procent neutraal is.
Zorgelijk
In een toelichting zegt LTO Nederland zich geheel te kunnen vinden in de uitkomsten. Volgens Joris Baecke, portefeuillehouder Gezonde Planten bij LTO Nederland, zetten boeren en tuinders al langer grote stappen bij de verduurzaming van hun teeltsysteem en gewasbescherming. „Daarbij bouwen en vertrouwen we op de kennis uit de praktijk én wetenschappelijke inzichten.” Baecke zegt het zorgelijk te vinden dat de wetenschappelijke consensus steeds vaker politiek ter discussie staat, juist als het gaat om gewasbeschermingsmiddelen. „Wat ons betreft is de toelatingsautoriteit, die op basis van wetenschappelijke consensus werkt, altijd leidend. En zo kijkt ook de Nederlander er tegenaan blijkt uit dit onderzoek.”
Debat
De presentatie van de cijfers door LTO Nederland is geen toeval. Maandag 2 november debatteert de Tweede Kamer met minister Schouten van LNV over gewasbescherming. LTO Nederland vraagt in haar inbreng aan de Tweede Kamer nogmaals aandacht voor de randvoorwaarden om het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 tot een succes te maken. In dit Uitvoeringsprogramma slaan tien verschillende partijen uit de land- en tuinbouw, fytopharmacie en natuur- en milieubescherming de handen ineen met overheid en toezichthouders om te werken aan een trendbreuk in gewasbescherming. In het Uitvoeringsprogramma wordt de route naar de toekomst vormgegeven zoals deze eerder werd verwoord in de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 van de minister van LNV. In de aanloop naar het debat in de Tweede Kamer deelt LTO Nederland praktijkvoorbeelden. Verder roept ze leden, met interessante manieren om bepaalde teelten te verduurzamen of gewassen beter te beschermen, op om deze ook te delen.