Natuurlijke vijanden hebben positieve invloed op luizenbestrijding
Dit jaar zijn in het kader van het project ‘FAB+’ (Functionele Agro Biodiversiteit) in Noord-Holland op negen akkers met aardappelen en zaai-uien speciale akkerranden aangelegd. Doel hiervan is het aantrekken van natuurlijke bestrijders. In de aardappelproeven is op zes bedrijven (drie met FAB rand en zonder bespuitingen en drie zonder FAB rand en met bespuitingen) het aantal luizen en natuurlijke vijanden gemonitord om te zien of er een verschil was waar te nemen tussen deze twee typen proeven. Op alle aardappelpercelen waren voldoende natuurlijke roofvijanden aanwezig om de bladluizen te beheersen. Echter de luizendruk in aardappelen was dusdanig laag dat een insecticide bespuiting niet nodig bleek, terwijl die op de bedrijven zonder de akkerranden wel werd uitgevoerd. Door de lage luizendruk konden de onderzoekers van Wageningen University & Research geen aantoonbaar verschillen waarnemen tussen het spuiten en de akkerrand.
Uien
In de uien bleven de trips niet op alle zes de proefbedrijven onder de schadedrempel. Bij twee bedrijven ging de trips hier overheen. De bloemenranden (bestaande uit boekweit en schermbloemige om met name de zweef- en gaasvlieg te stimuleren) waren geslaagd. De focus van de monitoring in de percelen lag vooral op zweefvliegen en gaasvliegen. De onderzoekers signaleerden geen relatie tussen de trips en het aantal zweefvlieglarven. Gaasvlieglarven werden niet waargenomen. Wel waren er grote verschillen in het aantal bodempredatoren tussen de bedrijven. De onderzoekers verwachten dat in uien bodempredatoren zoals soorten loopkevers, spinnen en bodemmijten eerder een rol spelen. Op twee percelen was er eind juli een sterke toename van trips. Bij de vier andere percelen was dat niet het geval. Op één perceel bleef de trips ver onder de schadedrempel.
Vragen
Na het eerste jaar lopen de aardappel- en uientelers nog rond met tal van vragen. Zoals: of deze ‘techniek’ ook toepasbaar is bij pootaardappelen? Wat is een optimaal mengsel voor het aantrekken van de natuurlijke vijanden van trips? In de komende twee jaar wordt binnen het project meer onderzoek gedaan op basis van deze en andere vragen van de deelnemende akkerbouwers. Ook willen de onderzoekers van Wageningen University & Research zich meer richten op randen langs uienpercelen, waarbij meer aandacht zal zijn voor bodempredatoren.
Tool ontwikkeld
Met het project FAB+ wordt een tool ontwikkeld voor telers, waarin zij kennis en advies kunnen vinden over het aantrekken van natuurlijke plaagbestrijders voor verschillende plagen, gewenste samenstelling van mengsels en advies voor teeltmaatregelen. In samenspraak met telers uit Noord-Holland is bepaald waar behoefte is aan meer kennis. Met onderzoekers van de WUR is geconcludeerd dat er op het gebied van de bestrijding van luis in (consumptie)aardappel en graan al veel bekend is, maar dat deze kennis nog niet is getest in de praktijk van Noord-Holland. Daarmee is dit jaar gestart op proefbedrijven: in de Haarlemmermeer, de Beemster en in Hollandse Kroon. Daarnaast is er onder telers behoefte aan meer kennis over de bestrijding van trips in uien. In dat kader werd in Noord-Holland dit jaar ook gestart met zes experimenten waarin een mengsel afgestemd op de natuurlijke vijanden van trips werden getest en werd het effect van deze akkerranden op de tripsdruk onderzocht.