Minister Schouten wil EU-verbod op stapelen van gewasbeschermingsmiddelen
In een brief die ze vlak voor het weekeinde naar de Kamer stuurde schrijft ze dat ze het gestapelde gebruik van gewasbeschermingsmiddelen onwenselijk vindt. „Dit kan ertoe kan leiden dat milieunormen overschreden worden.” Ze heeft daarom eerder dit jaar het Ctgb gevraagd een advies uit te brengen over dit onderwerp.
Vier werkzame stoffen
Het college heeft in zijn advies gekeken naar zowel structurele overschrijdingen van de toelatingsnormen van werkzame stoffen in het oppervlaktewater als naar de huidige landbouwkundige praktijk. Het Ctgb ziet op basis hiervan voldoende aanleiding om in te grijpen in de toelating van gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stoffen abamectine, deltamethrin, esfenvaleraat en chlorantraniliprole. Deze vier stoffen zijn het vaakst aangetroffen bij overschrijdingen in het oppervlaktewater.
In de komende weken zal het Ctgb overleggen met de betreffende toelatingshouders over een wijziging van het etiket van de middelen op basis van deze werkzame stoffen. Hans van Boven van het Ctgb verwacht dat het nieuwe etiket nog voor teeltseizoen 2021 in werking zal treden.
Stapelen is volgens het Ctgb als op hetzelfde perceel dat is behandeld met een bepaald gewasbeschermingsmiddel binnen een afgebakende periode ook één of meerdere gewasbeschermingsmiddel(en) worden ingezet met een andere handelsnaam maar met dezelfde werkzame stof(fen). Het college vindt gestapeld gebruik ongewenst, want het kan leiden tot risico’s die in de huidige EU- geharmoniseerde risicobeoordeling voor het milieu niet worden geïdentificeerd.
Ctgb: Geen knelpunten door verbod
Een verbod hierop zal volgens Van Boven niet leiden tot knelpunten in de teelten. „Stapelen is namelijk niet de bedoeling. Bij de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen wordt gekeken naar het aantal toepassingen dat is vermeld op het etiket. Als een etiket stelt dat met vier toepassingen een plaag onder controle is, dan zou dat in de praktijk ook zo moeten zijn. Als er dan nog een middel met dezelfde werkzame stof wordt toegepast, kom je op misschien wel acht toepassingen op dat perceel. Daar is de toelating niet op doorberekend.”
Stapelen kan volgens het Ctgb in theorie met alle middelen toegelaten binnen een bepaalde toepassing of gewas, of zelfs over meerdere niet-dezelfde gewassoorten als die binnen het jaar op hetzelfde perceel worden geteeld. Er is geen overzicht beschikbaar van middelen of werkzame stoffen waarmee in de praktijk wel (of juist nooit) gestapeld wordt. Daarom heeft het Ctgb terug geredeneerd vanuit het effect: gekozen is voor het oppervlaktewater als indicator, omdat waterorganismen erg gevoelig zijn.
Overschrijdingen in oppervlaktewater
Van een aantal stoffen worden al meerdere jaren relatief grote normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen of restanten daarvan in het oppervlaktewater geconstateerd. Deze stoffen heeft het Ctgb aangemerkt als potentiële kandidaat-stapelgevoelige stof. Na aftrek van stoffen die geen toelating meer hebben in Nederland bleven de vier stoffen abamectine, deltamethrin, esfenvaleraat en chlorantraniliprole over. Het verbod op gestapeld gebruik gaat gelden voor alle bestaande (ongeveer 40) en nieuwe toegelaten middelen op basis van één of meer van deze vier stoffen.