Column: Jan Bennen, Canada: In twee weken tijd van +25 graden naar sneeuw en vorst
Het kan verkeren; zo werk je in de volle zon, 25 graden op je hoofd, en een paar weken later ligt er sneeuw en is de nachttemperatuur gezakt naar min 20 graden. Dat is het uitdagende klimaat waar we hier in Alberta mee te maken hebben. Het was begin oktober zó warm dat we in opdracht van de fabriek alleen ’s nachts konden rooien. De fabriek wilde geen bieten ontvangen die overdag, tijdens de hitte, waren gerooid. Dan gaat het helaas niet zo hard meer, maar het moest maar.
Doorgaans zijn we een week of drie bezig met aardappelen rooien (waarvan één week voor de af land levering), en nog eens twee weken met bieten rooien. En daarmee waren we al een heel eind op weg, toen de winter kwam. Die kwam dus eerder dan gehoopt. Het is dan zó koud, dat alles direct bevriest. De bieten kunnen dan tot in het puntje bevriezen. Bij ons viel het gelukkig mee, maar enkele collega’s waar we hebben geholpen met de oogst hadden aanzienlijke vorstschade. Deze bieten zijn direct verwerkt, dan is het op zich geen probleem. Half september tot begin oktober is in Alberta de beste tijd om te rooien voor de bewaring.
Uiteindelijk kwamen we op ons bedrijf uit op een opbrengst van 75 tot 80 ton bieten per hectare, met een gemiddeld suikergehalte van 20,34 procent. Dat laatste is meer dan in Nederland, weet ik. Dat hebben we te danken aan de vele zon die we hebben gehad. De hectareopbrengsten waren misschien niet zo hoog als in Nederland, dat komt door het kortere groeiseizoen. Maar uiteindelijk gaat het er om wat je er uit haalt, en in deze bieten zat wel degelijk suiker.
Lees verder onder de foto
In mijn vorige column gaf ik al aan dat we door corona minder aardappelen gecontracteerd hebben gekregen. Het plan was om ons areaal aardappelen (dit jaar circa 500 hectare) uit te breiden met 20 procent. Voorsorterend op die uitbreiding waren we al druk bezig met de bouw van een nieuwe bewaarplaats om die extra aardappelen in op te slaan. Door de corona maakte de fritesindustrie echter op de hele wereld een pas op de plaats, en ging onze areaaluitbreiding helaas niet door.
Gek genoeg lijkt het er nu op dat de fritesproducenten in Noord-Amerika (dus Canada en VS) een tekort aan grondstof hebben. Ze draaien op 80 tot 90 procent van hun capaciteit, om zo wel te kunnen blijven draaien. De industrie had gedacht nog lang te kunnen draaien op de oude oogst, maar de verwerking daarvan is harder gegaan dan gedacht; begin augustus was de oude oogst weg. De afzet trekt weer aan in dit deel van de wereld. Er wordt hier, in tegenstelling tot in Nederland, wel in de restaurants gegeten, en er wordt ook flink wat afgezet via de drive-throughs. Met als gevolg dat onze vroege aardappelen (50 hectare) niet eens de bewaring in zijn gegaan, de fabrieken wilden deze direct hebben.
Onze nieuwe bewaarschuren zijn inmiddels klaar. Deze zijn op de groei gebouwd, en omdat die 20 procent extra aardappelteelt niet doorging, hadden we royaal de ruimte in deze schuur. Er ligt zo’n 25.000 ton aardappelen in, we hebben inmiddels circa 3.000 tot 4.000 ton afgeleverd. De ruimte die over was, goed voor 8.000 ton, hebben we voor een klein deel benut voor de opslag van onze laatst gerooide bieten. Deze gaan eerdaags naar de verzamelplaats waar ze worden bemonsterd en ingeladen voor de fabriek. Normaal gesproken brengen we de bieten direct af land naar deze locatie, maar vanwege het weer hebben we er voor gekozen nog meer dan normaal volle bak te gaan rooien om ze er tijdig uit te krijgen. We rooien onze 300 hectare bieten met een twaalfrijige kopper, gevolgd door twee zesrijige getrokken machines, dus dat dendert lekker door. Als alles een beetje meezit, kunnen we met deze combinaties 30 tot 35 hectare bieten per dag rooien.