Gevolgen nieuwe fosfaat gebruiksnormen: tot 30 kg/ha minder in Zuid-West Nederland
Vanaf 1 januari 2021 geldt nieuwe wetgeving voor de bepaling van de gebruiksruimte voor fosfaat. In deze nieuwe regeling is de gebruiksruimte voor zowel grasland als voor bouwland gebaseerd op twee fosfaatbepalingen in de bodem: de hoeveelheid plantbeschikbaar fosfaat (via de meetmethode P-CaCl2) en de bodemvoorraad fosfaat (via de meetmethode P-Al). Op basis van deze twee bepalingen introduceert de overheid nu een systeem dat beter zou aansluiten bij de karakteristieken van het perceel. Door zowel de bodemvoorraad als de plantbeschikbare hoeveelheid fosfaat te meten, zouden de normen beter bij de daadwerkelijke P-toestand van de grond passen. Voor de teler zou dat een eerlijker beeld moeten opleveren. Met de nieuwe regels verdwijnt het onderscheid tussen grasland (gebaseerd op de P-Al) en bouwland (gebaseerd op de Pw).
Grote ongelijkheid
De overgang van Pw-getal naar de nieuwe gecombineerde indicator leidt tot grote ongelijkheid op regionaal niveau, stelt de CZAV. Daar waar de overgang op landelijk niveau neutraal zou moeten zijn, constateert de CZAV dat juist in de oostelijke (zand)gronden de klasse-indeling zo gekozen is dat er meer fosfaatruimte beschikbaar komt. Echter op de (jonge) zeekleigronden, in met name Zuidwest-Nederland, valt de overgang op bedrijfsniveau desastreus uit voor de fosfaat- en dus de mestruimte. CZAV zegt dit erg merkwaardig te vinden omdat juist deze gronden gemiddeld tot laag zitten in de fosfaattoestand en laag in het gehalte organische stof. CZAV onderstreept dat om de bodemvruchtbaarheid en bodemweerbaarheid op peil te houden, deze regio juist al jaren vraagt om ruimere normen zodat meer organische stof kan worden aangevoerd.
Tot 30 kg/ha P2O5 minder
Om haar ervaringen te onderbouwen vergeleek CZAV op de zuidwestelijke klei van 143 percelen (in totaal ruim 1500 ha) de fosfaatruimte in 2021 met de ruimte volgens het oude (huidige) stelsel. Daarbij signaleert CZAV een gemiddelde daling van ruim 15 procent met uitschieters tot maar liefst 30 kg/ha P2O5 (van 70 kg P2O5 ruimte naar slechts 40 kg/ha). Omgerekend naar het gehele Zeeuwse areaal kleibouwland (ruim 90.000 ha), zorgt dit voor een gemiddeld verlies aan fosfaatruimte van 946 ton fosfaat. Dit staat gelijk aan circa 270.000 kuub varkensdrijfmest of 500.000 ton compost.
Bodemvruchtbaarheid
CZAV verwacht dat de getroffen telers door het nieuwe stelsel van gebruiksnormen niet in staat zullen zijn om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. Ze zien de ruimte om organische stof aan te voeren elke vier jaar verder dalen, terwijl deze regio juist goed scoort op emissies naar grond- en oppervlaktewater. Voor CZAV aanleiding zich te scharen achter de oproep van LTO Nederland en vraagt de overheid om aanpassing van deze fosfaatnormering. Ook loonwerkorganisatie Cumela is niet met wat nu gebeurt. Op haar website betitelt ze deze nieuwe wetgeving als de volgende politieke blunder.
Landelijk
Volgens een overzichtskaartje van Eurofins Agro zullen mogelijk ook akkerbouwers in de kop van Groningen en Friesland, de Noordoostpolder en West Friesland geconfronteerd worden met een lagere gebruiksruimte. Veelal tussen de 5 en 10 kilogram fosfaat. Daarentegen gaan de akkerbouwers in noordoost Nederland er met hun gebruiksruimte gemiddeld 5 tot 10 kilogram fosfaat er op vooruit. Echter Eurofins Agro benadrukt dat de impact van de nieuwe wetgeving op bedrijfs- of perceelsniveau moeilijk in één vuistregel te beantwoorden. De specifieke P-bodemvoorraad en hoeveelheid P-plantbeschikbaar, bepalen uiteindelijk de nieuwe gebruiksruimte van 2021 op het perceel. Met actuele grondonderzoeken kunnen akkerbouwers dit nu al nagaan.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief
Bronnen: Cumela, CZAV, Eurofins Agro