LTO Akkerbouw: 'PlanetProof levert teler niets extra’s op'
Begin 2018 heeft het College van Deskundigen van Stichting Milieukeur (SMK) de teelttechnische werkgroep (TTW) ingesteld om het leveren van input vanuit de praktijk te optimaliseren. De TTW voorziet in de betrokkenheid van de directe gebruikers van On the way to PlanetProof bij de ontwikkeling en uitvoering van het certificatieschema. De TTW-leden brengen als vertegenwoordiger van hun sector kennis en ervaringen in vanuit de praktijk in relatie tot het gebruik van het certificatieschema.
Alles doen voor duurzaamheid
Dirk Jan Beuling, de (voormalige) vertegenwoordiger in de TTW van de LTO vakgroep Akkerbouw, onderstreept desgevraagd dat de akkerbouwsector best bereid is om van alles te doen voor duurzaamheid. „Maar als dit de teler onder de streep niets extra oplevert, heeft het geen zin.” Beuling: „Een teler die zijn producten teelt volgens de eisen van On the way to PlanetProof loopt grotere teelt- en financiële risico’s. Zo heeft hij de keuze uit een beperkter en duurder middelenpakket. Het risico op aantastingen en daardoor kwalitatief/kwantitatief mindere opbrengsten is groter. Uiteindelijk zal dit alles toch financieel gecompenseerd moeten worden. Los van het risico en financiële aspect, werkt het bovendien demotiverend als de extra inzet niet wordt beloond. Er is wel vraag naar deze gecertificeerde producten, maar de beloning voor de telers is er niet.” Beuling hoopt dat ook LNV minister Schouten dit signaal van opstappen opvangt. In mei stelde de minister nog in een brief: „Als een afnemer (bijvoorbeeld een supermarkt) bovenwettelijke eisen stelt ten behoeve van duurzaamheid, dan moeten boeren en tuinders door deze afnemer óók gewaardeerd worden voor de extra inzet die daarmee van hen verlangd wordt. Dat betekent dat primair alle partijen in de keten een verantwoordelijkheid hebben en dienen te nemen om bovenwettelijke eisen op een passende wijze te belonen.” „De praktijk is echter weerbarstiger”, verzucht Beuling.
Beuling onderstreept dat hij het aspect dat een duurzaam hogere vergoeding voor de PlanetProof producten uit de markt moet komen, regelmatig bij het SMK onder de aandacht heeft gebracht en opgeroepen hier werk van te maken. „Maar die boodschap werd niet opgepakt. De SMK stelt dat het keurmerk een technisch vehikel is om duurzaamheid aan te geven. De rest laten ze over aan de marktwerking.”
Beuling waarschuwt er ook voor dat de PlanetProof eisen snel worden omgevormd tot een licence to produce. „En dat kan niet de bedoeling zijn. Supermarktketens stellen dat reeds als eis bij de groente-en fruittelers, zonder dat ze daarvoor een extra vergoeding verstrekken. Dus de met deze teeltwijze gepaard gaande hogere kosten en risico’s leggen ze alweer bij de telers neer.”
Lastenverzwaring
In de praktijk betekent de PlanetProof certificering voor akkerbouwers een lastenverzwaring. De lasten voor de telers bestaan onder meer uit de kosten voor certificering en een periodieke keuring. Daarnaast is het middelenpakket voor de teler beperkt en moet hij op het bedrijf activiteiten uitvoeren die bijdragen aan de duurzaamheid. De PlanetProof-lat komt ook steeds hoger te liggen. De teler blijft ongewis wat er nog voor eisen en kosten in de toekomst bijkomen.
De voorzitter van de LTO vakgroep Akkerbouw Jaap van Wenum onderstreept desgevraagd dat de akkerbouwers voor zich zelf moeten kiezen of ze wel of niet onder de On the way to PlanetProof vlag hun producten willen telen. „Maar wij als LTO participeren hier niet meer in. Als de strengere eisen voor de telers uiteindelijk niets extra opleveren heeft dit geen zin. Je creëert alleen hogere eisen voor productie”, aldus Van Wenum. Aan het besluit ligt ook een onderzoek onder LTO en NFO leden ten grondslag. Daaruit blijkt dat telers geen meerprijs krijgen voor hun extra duurzaamheidsinspanningen voor het PlanetProof-keurmerk.
De SMK vindt de opstelling van de LTO vakgroep Akkerbouw vreemd. Volgens SMK is de inbreng vanuit de akkerbouw in de TTW nog steeds gegarandeerd. Dit door de vertegenwoordiger van LTO Vollegrondsgroenten Niels Zuurbier en de aardappelteelt via Jan Moerland van de NAO. Verder verwacht SMK deze inbreng binnenkort nog aan te vullen met een vertegenwoordiger vanuit de conserventeelt.
Waardering
In een reactie zegt SMK de discussie over de ‘meerprijs’ wel te begrijpen. Ze onderstreept dat ze nog steeds achter de telers staat in hun vraag naar waardering, en dat ze hier ook actief mee bezig is. Die waardering vindt volgens SMK op allerlei manieren plaats, zoals meerjaren contracten (zekerheid van afzet), meerprijs per hectare (zoals bij aardappelen, spinazie, rode kool), lagere frequentie van milieuhandhaving, compensatie van certificeringskosten en rentekorting op leningen bij de Rabobank. SMK onderstreept dat ze niet in staat is om een meerprijs -of andere vormen van compensatie- af te dwingen omdat zij geen marktpartij is bij prijsonderhandelingen tussen aanbieders, supermarkten en andere afnemers. Die moeten daar zelf hun verantwoordelijkheid in nemen, aldus SMK.