De Corona-terugblik: Erik van der Heijden: ‘Ik teel komend jaar misschien geen aardappelen’
De Brabantse akkerbouwer deelde eind mei gratis fritesaardappelen uit. Hij hoopte hiermee in ieder geval een deel van zijn aardappelen een goede bestemming te geven. Maar bovenal hoopte hij in gesprek te gaan met de consument over eerlijke prijsvorming. En dat is gelukt. „Er kwamen boven verwachting veel mensen op af. Ik denk dat ik wel 30 ton heb weggegeven.” Hij heeft veel gesprekken gevoerd met de mensen die op de gratis aardappelen afkwamen. „Ja, ik heb mijn boodschap kunnen ventileren. En dan merk je dat veel mensen er niet bij stil staan wat het betekent dat ze hun aardappelen zo bij de supermarkt kunnen halen. Dat ze meer dan 1 euro per kilo betalen bij de kassa, waar ik als boer maar nog geen 6 cent van krijg.”
'Vér onder kostprijs'
Bij het begin van de coronacrisis had Van der Heijden 1.400 ton onverkoopbare fritesaardappelen in de bewaring liggen. De schuur is leeggekomen, maar niet voor de prijs die de teler er voor had willen ontvangen. „Een groot deel is via de handel in de export gekomen. En er is nog een deel weggegaan als veevoer. Voor prijzen die vér onder mijn kostprijs van 13 cent liggen.” Dat is zuur, vindt hij. „Daar teel je geen aardappelen voor, je teelt ze om er geld aan te verdienen.”
Gelukkig waren zijn uien dit jaar wel goed aan de prijs, waardoor het verlies nog enigszins werd gecompenseerd. „Maar eigenlijk vul je het ene gat met het andere.”
Frustrerend
Wat hij komend seizoen anders gaat doen? Hij weet het nog niet. „Ik overweeg wel om minder aardappelen te gaan telen. Of misschien zelfs helemaal geen aardappelen. Ik verwacht voor het komende jaar nog geen aantrekkende markt. Waarom zou ik ze dan telen als het toch alleen maar geld kost. Dan teel ik wel conserven of zo.” Het blijft een lastige keuze. „Je weet nooit wanneer je het goed doet.” Ja, dat is inherent aan het beroep van akkerbouwer, dat weet hij. „De prijzen kunnen altijd een keer slecht zijn, dat weet je als boer zijnde.” Maar zijn grootste pijn zit in het grote gat tussen de consumenten- en de boerenprijs voor bijvoorbeeld aardappelen. „Ik begrijp dat alle partijen er geld aan moeten verdienen. Maar dit gat is te groot. Dat blijft frustrerend.”