Corona zorgt voor lagere inkomens akkerbouwers
Het gemiddelde inkomen op een Nederlands akkerbouwbedrijf komt in 2020 uit op 41.000 euro per onbetaalde arbeidskracht. Volgens Wageningen Economic Research (WER) fluctueerde dit in de afgelopen jaren veelal tussen de 40.000 en 45.000 euro. Een positieve uitzondering was het jaar 2018. Als gevolg van de droogte bedroeg het gemiddeld inkomen toen 76.000 euro. Deze cijfers zijn gebasserd op 7.711 akkerbouwbedrijven en 808 zetmeelaardappelbedrijven. Het verkoopseizoen 2019/2020 eindigde met zeer lage prijzen voor vrije consumptieaardappelen. Dit als gevolg van de coronapandemie en de daarmee samenhangende maatregelen. Door de overheid is een compensatieregeling opgesteld voor telers met onverkoopbare fritesaardappelen in opslag.
Minder graan en uien
Akkerbouwers hebben in 2020 minder graan en uien geoogst. Alleen de oogst van snijmais en suikerbieten steeg door de toename van het areaal. Het productievolume van aardappelen lag ook hoger. De prijzen van de akkerbouwproducten lieten een wisselend beeld zien. Zo stegen de prijzen van graan, maar werden aardappelen goedkoper.
Uien positief
Uien hebben een positief effect op het inkomen van de akkerbouwers. Voor het huidig oogstjaar 2020 wordt ten opzichte van 2019 uitgegaan van een prijsstijging van 35 procent. Deze stijging is het gevolg van enerzijds een kleiner areaal met een lagere opbrengst per hectare en anderzijds een forse vraag. Door de situatie op de internationale aardappelmarkt valt ook de Nederlandse suikerbietenprijs lager uit. Normaal realiseren de bietentelers een plus op hun basisprijs, doordat een positief resultaat van Cosun dochter Aviko deels aan de suikerbietentelers wordt uitgekeerd. Die plus zit er dit jaar niet of nauwelijks in. De onderzoekers van Wageningen Economic Research gaan daarom uit van een 5 procent lagere financiële opbrengst per hectare dan voor de oogst van 2019.
Granen in de plus
Ten opzichte van 2019 plussen dit jaar de granen. Er is sprake van een grote mondiale vraag naar granen, terwijl door de droogte de productie in diverse landen achterblijft. Dit zorgt ervoor dat de prijs voor tarwe van oogst 2020 circa 8 procent hoger zal uitvallen dan die in 2019. Het inkomen op zetmeelaardappelbedrijven stijgt lichtjes. De verwachte hoge prestatieprijs van zetmeelaardappelen leidt tot licht hogere opbrengsten voor oogstjaar 2020, de kosten blijven gelijk. Het inkomen bij de zetmeelaardappeltelers wordt geraamd op 30.000 euro per onbetaalde arbeidskracht. Een jaar eerder was dit 25.000 euro.
Slecht jaar voor fritesaardappeltelers
Vooral de prijzen van fritesaardappelen daalden door de fors mindere vraag als gevolg van de sluiting van de horeca door de coronamaatregelen van de overheid. De overheid compenseerde de fritesaardappeltelers voor hun omzetverliezen door de coronapandemie. Daarnaast maakte een flink aantal agrariërs gebruik van de NOW-regeling. In totaal ontving de landbouw 340 miljoen euro aan coronasubsidies. Het betreft vooral de ontstane omzetderving in de sectoren sierteelt, fritesaardappelen en bloembollen. Zonder deze subsidies zouden de inkomsten in de landbouw zijn gedaald met ongeveer 11 procent in plaats van 6 procent.
LTO: verdienvermogen van boeren onder druk
In een reactie op de gepresenteerde cijfers stelt LTO-Nederland dat het verdienvermogen van boeren en tuinders al langer onder druk staat. „De coronacrisis komt daar bovenop. De cijfers van het CBS maken dit pijnlijk duidelijk. De 6 procent daling is bovendien een gemiddelde, deelsectoren en individuele ondernemers zijn nog veel harder geraakt,” zegt Wim Bens, waarnemend voorzitter LTO Nederland. „Onze leden maken zich hier grote zorgen over, en wij met hen. Voor de zwaarst getroffen delen van de sector is specifiek maatwerk in steun en hulp van de overheid nodig, naast de verstandige brede maatregelen. We blijven ons best doen om samen de crisis door te komen.”
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Guus Queisen
Bronnen: Agrimatie Wageningen Economic Research, CBS