Bepaling gebruiksruimte akkers met hoog fosfaatgehalte een jaar uitgesteld
Vanaf 1 januari 2021 zou de fosfaattoestand voor landbouwgrond worden bepaald op basis van het PAL- en P-PAE-getal in plaats van het Pw-getal. Na veel druk vanuit de sector, heeft minister Schouten in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld dat ze de invoering van deze wetgeving aanpast. Zo mogen agrariërs met een grondanalyse uit 2020 of daarvoor kiezen voor de oude (P-AL of PW) of de nieuwe (gecombineerde fosfaatindicator) systematiek voor 2021. Voor ondernemers waarvoor dit geen oplossing biedt, krijgen voor dit jaar de mogelijkheid te werken met de gecombineerde fosfaatindicator. De Tweede Kamer stemt hoogstwaarschijnlijk in met dit uitstel tot 1 januari 2022. Schouten gaat het jaar 2021 gebruiken als overgangsjaar en om het stelsel van fosfaatgebruiksnormen in relatie tot het 7e actieprogramma in te vullen.
Goede landbouwpraktijk
Met de nieuwe wetgeving voor de bepaling van de gebruiksruimte voor fosfaat zegt minster Schouten een systeem te willen hanteren dat beter aansluit op de karakteristieken van een perceel. Uitgangspunt daarbij is de goede landbouwpraktijk. Ze betitelt het moeten loslaten van de grondslag van bemestingsadviezen en het niet langer koppelen van de klassenindeling aan de daadwerkelijke fosfaatbehoefte van het gewas als niet wenselijk.
Grote ongelijkheid
De overgang van het Pw-getal naar de nieuwe gecombineerde indicator PAL- en P-PAE-getal leidt tot grote ongelijkheid op regionaal niveau, vooral wat betreft Zuid-West Nederland, stelde de CZAV. In de praktijk blijkt dat dit nieuwe systeem in deze regio resulteert in een gemiddelde daling van de fosfaataanvoer met ruim 15 procent, met uitschieters tot 30 kg/P2O5 ha. CZAV verwacht dat de getroffen telers door het nieuwe stelsel van gebruiksnormen niet in staat zullen zijn om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. Ze ziet de ruimte om organische stof aan te voeren elke vier jaar verder dalen, terwijl deze regio juist goed scoort op emissies naar grond- en oppervlaktewater.
Neutrale fosfaattoestand
De minster wijst er op dat ze met het stelsel van fosfaatgebruiksnormen beoogt om een ‘neutrale’ fosfaattoestand op elk perceel te bereiken. Immers dan is volgens haar sprake van een evenwichtsbemesting. Bij de fosfaattoestand ‘neutraal’ zijn enerzijds de behoefte van het gewas en anderzijds de al beschikbare hoeveelheid fosfaat in de bodem en de aanvullende fosfaatgift door bemesting met elkaar in evenwicht. Bij fosfaattoestanden lager dan ‘neutraal’ is een hogere fosfaatgift toegestaan zodat bij de toepassing van die norm de hoeveelheid fosfaat in de bodem geleidelijk stijgt naar fosfaattoestand ‘neutraal’. Bij hogere fosfaattoestanden dan ‘neutraal’, is er meer fosfaat in de bodem aanwezig, waardoor de mestgift lager moet zijn dan bij ‘neutraal’. Daardoor neemt de fosfaattoestand geleidelijk af tot fosfaattoestand ‘neutraal’.
Geen opbrengstverlies
De Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM), die de minister adviseert in mestgerelateerde onderwerpen, deelt niet de vrees van de CZAV. „Voor de akkerbouw in Zeeland leidt het meerekenen van de fosfaatbodemvoorraad (P-Al-getal) op zeeklei tot een lagere gebruiksnorm. Jonge zeeklei is van nature rijk aan fosfaat. De gecombineerde indicator houdt rekening met deze bodemvoorraad, in tegenstelling tot het Pw-getal. Er is dus meer fosfaat beschikbaar dan naar voren komt uit de huidige indicator voor bouwland. Bij een hoge fosfaatvoorraad kan daardoor volstaan worden met een lagere fosfaatgift zonder dat dit leidt tot een verlies aan opbrengst”, aldus de CDM in haar advies aan minister Schouten.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief
Bronnen: Tweede Kamer, LTO