Van der Haas: goede aaltjes verdienen aandacht
Met goed bodembeheer geeft de teler kwade aaltjes minder kans en de goede soorten meer ruimte. Het loont daarom volgens Van der Haas om meer met dat gegeven te gaan doen. Hij verklaart zo dat er zelden problemen met aaltjes zijn in de biologische teelt. In dat systeem krijgen roofaaltjes en schimmels die aaltjes ‘vangen en eten’ meer ruimte. Ook gangbare telers kunnen meer met goed bodembeheer bereiken als het aaltjes betreft, zegt de adviseur.
Van der Haas zegt dat goede aaltjes harder getroffen worden door agressievere meststoffen als varkensdrijfmest en fertraat (mineralenconcentraat). „Bij gebruik daarvan gaan de goede aaltjes, zoals Dorylaimida- en Monochida-soorten snel naar nul, veel sneller dan de ‘kwade’ aaltjes.”
Telerservaring
In 2013 en 2014 deed Van der Haas samen met de telers Gebroeders Leijsten ervaring op met het plantparasitaire aaltje Pratylenchus penetrans (wortellesieaaltje). De familie teelt prei in de omgeving van Kronenberg. Om het geruilde aardappelland vrij van het wortellesieaaltje te maken teelden zij Tagetes na de vroege prei en voorafgaand aan de late prei. Van der Haas raadde aan de grond eerst goed los te tanden, zodat de Afrikaantjes diep konden wortelen en de wortelexudaten hun werk dieper konden doen. Dit omdat het aaltje anders dieper in de grond kan overleven. Zaaien van de Tagetes kon op 13 augustus, maar evenwel bracht die het wortellesieaaltjesniveau naar nul.
Bij een aaltjesmonster bleek dat er nog wel een niveau van 3 Trichodorus-aaltjes per 100 gram was. „Critici zeggen dan ‘zie je wel, Afrikaantjes vermeerderen trichodoriden’. Gelukkig had ik aangedrongen op een compleet aaltjesmonster, dus met meting van de goede aaltjes. In de praktijk gebeurt dat zelden, want telers vinden dat te duur. Je krijgt daardoor wel een veel completer beeld en kunt daarnaar handelen. Het niveau Dorylaimida bleek 80 en Monochida 120!”
Van der Haas verwachtte dat de goede aaltjes de kwaden wel zouden kunnen verdringen. Bij een monster in maart bleek dat ook het geval: het niveau Trichodoriden ging naar nul. Dezelfde situatie herhaalde zich in 2014 op een ander perceel, nu ook weer met zaai van de Tagetes op 11 augustus. Van der Haas besprak zijn ervaringen met WUR-aaltjesonderzoeker Johnny Visser. Van der Haas: „Het ondersteunt de stelling dat je na wintergerst nog goed Afrikaantjes kunt zaaien voor effect op Pp.” De vrees voor vermeerdering van Trichodorus-aaltjes is volgens de adviseur daarbij ongegrond.
Van der Haas nam in december afscheid bij Mertens. Hij wil zijn ervaringen met de sector blijven delen. „Het effect dat de Tagetes drie tot vier jaar nawerkt in de grond is dus al langer bekend.” De adviseur zegt dat de basis voor een gezonde teelt altijd in de grond te vinden is.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes