Uitslag poll: Akkerbouwers gaan minder fritesaardappelen telen
De grootste groep stemmers, 41 procent, zegt niet te verwachten dat de aardappelprijzen al dit jaar zullen aantrekken, omdat de fritesindustrie voldoende grondstof heeft. Dat is voor deze stemmers voldoende reden om minder fritesaardappelen te gaan telen. Daarnaast zegt 9 procent van de stemmers te gaan krimpen maar dan alleen in het areaal vrije rassen. Een iets grotere groep stemmers, 11 procent, gaat (meer) uien telen in plaats van fritesaardappelen, omdat de uienmarkt op dit moment veel aantrekkelijker is.
Daar tegenover staat 22 procent van de stemmers die stelt dat een krimp in het areaal fritesaardappelen niet nodig is. Als de coronacrisis is bezworen komt de markt wel weer terug, menen zij. Er hoeft maar ergens een misoogst te zijn en er is een tekort. 7 Procent van de stemmers verwacht dat de prijzen wel zullen aantrekken als collega’s in Noordwest-Europa gehoor geven aan de oproep van de NEPG en gaan krimpen. De laatste 10 procent zegt het zelfde areaal fritesaardappelen te blijven telen, bij gebrek aan goede alternatieven.
Oproep NEPG: 15 procent minder aardappelen poten
De NEPG hoopt dat de telers in de Noordwestelijke EU dit voorjaar overwegen 15 procent minder aardappelen poten. Door Covid-19 is de wereldwijde vraag naar verwerkte aardappelproducten enorm afgenomen. De vraag naar grondstoffen voor de verwerking werd eind vorig jaar ingeschat op ongeveer 85 procent van het volume ten opzichte van vorig seizoen, vóór de pandemie. Het lage niveau van de vrije prijs voor de fritesaardappelen onderstreept dit.