Koolstofvastlegging niet kerende grondbewerking nihil
Dat blijkt uit metingen en berekeningen van het Louis Bolk instituut die in het najaar van 2019 op diverse Lange Termijn Experiment locaties en praktijkbedrijven door heel Nederland zijn uitgevoerd. 25 procent meer graan opnemen in het bouwplan draagt significant bij aan de koolstofopslag in de bodem, is de voorzichtige conclusie. Indicatief voor een periode van 30 jaar wordt deze bijdrage op basis van de metingen en berekeningen geschat op 1,58 ton CO2 per hectare per jaar. De resultaten geven geen aanleiding voor verschillen in grondsoort.
Effect compost en drijfmest tegengesteld
Extra koolstof vastleggen door compost aan te voeren biedt ook perspectief. 20 ton compost per hectare per jaar wordt ingeschat op 1,84 ton CO2 vastlegging per hectare per jaar. Wordt 40 ton compost aangevoerd, dan verdubbelt de CO2 vastlegging. Ook maaimeststoffen zoals gras/klaver en luzerne blijken de CO2-vastlegging aanzienlijk te vergroten, in tegenstelling tot vaste mest en vooral drijfmest.
Oud grasland legt het meeste vast
De leeftijd van grasland verhogen levert veruit de grootste bijdrage aan koolstofvastlegging in de bodem. Er is een toename berekend van 5,46 ton CO2 per hectare per jaar. Dit is alleen op kleigrond van toepassing. Op zandgrond met een hoger organische stofgehalte is dit effect veel kleiner. De onderzoeksresultaten sluiten aan bij eerder onderzoek over maatregelen in de agrarische sector ter vergroting van de koolstofvastlegging in de bodem. In het onderzoek is geen rekening gehouden met de kosten van de maatregelen.
Vervolgonderzoek
Het Louis Bolk Instituut is van plan om in het vervolg van het programma Slim Landgebruik 2020-2023 in samenwerking met WUR en CLM de effecten van combinaties van maatregelen gedetailleerder te onderzoeken. Verdergaande aanpassingen van het bouwplan en de inzet van de diverse groenbemesters krijgen de komende jaren ook aandacht. Evenals aanvullende maatregelen uit het GLB, zoals akkerranden, heggen en vogelakkers.