Brexit: Snel duidelijkheid over export en import pootgoed nodig
Het Verenigd Koninkrijk heeft geen markttoegang in de EU. Dat betekent dat ook pootgoed vanuit bijvoorbeeld Schotland niet naar landen in de Europese Unie verscheept kan worden. Net als andere pootgoedtelers in de EU maken enkele Nederlandse pootgoedtelers gebruik van hoogwaardig materiaal uit Groot-Brittannië (met name Schotland). Het pootseizoen staat voor de deur, dus het is van groot belang dat telers op korte termijn duidelijkheid krijgen over hun mogelijkheden, stelt LTO. Om hoeveel Nederlandse telers het gaat, kan voorzitter Peter Berghuis van de LTO-werkgroep Pootaardappelen niet aangeven. Ook de NAO kan geen inschatting maken.
Conformeren aan fytosanitaire regelgeving
De onderhandelaars van de EU en Groot-Brittannië moeten op korte termijn duidelijkheid bieden, vindt LTO. Niet alleen voor de pootgoedvoorziening van de telers die zitten te wachten op plantmateriaal voor oogst 2021, maar ook voor het behoud van de export naar het Verenigd Koninkrijk. Nederland exporteert op jaarbasis circa 15.000 tot 20.000 ton pootaardappelen naar het Britse koninkrijk, blijkt uit exportcijfers van de NAO. Daarvan is nu ongeveer de helft geleverd. De EU kan tot 1 juli pootgoed leveren aan het VK. Als de EU niet over de brug komt richting de Britten, zullen zij die termijn niet verlengen, is de vrees vanuit de pootgoedsector. „We willen volgend jaar ook graag weer pootgoed leveren aan het VK”, zegt Berghuis. Hij hoopt dat het Verenigd Koninkrijk zich conformeert aan de fytosanitaire regelgeving in de EU. „Zodat we niet worden opgezadeld met heel strenge normen voor bijvoorbeeld kwaliteitsziekten.”
Akkerbouwers en andere telers en ook de handel worden ook direct geraakt door problemen met afzetmogelijkheden naar Groot-Brittannië als gevolg van de Brexit. Zowel kostenstijgingen door bijvoorbeeld extra papierwerk en douane- en keuringstarieven (geschat op 8 tot 10 procent) als langere doorlooptijden aan de grens (wel 4 tot 5 dagen) hebben een negatief effect.