Perspectief voor insectenbestrijding in bieten met chemische én groene middelen
Vertify (voorheen Proeftuin Zwaagdijk en Demokwekerij Westland) hebben in Wieringerwerf (NH), Wijster (DR) en Nieuwendijk (NB) veldproeven gedaan met insectenbestrijding in suikerbieten. Doel van deze proeven was om een goed alternatief te vinden voor zaadcoating met de per 2019 verboden neonicotinoïden. In dit onderzoek zijn zowel chemische als biologische middelen meegenomen. Alle proeven zijn beoordeeld op aanwezige insecten, wegval van planten door insecten en het percentage schade. BO Akkerbouw is financier van dit onderzoek.
Behandeling tijdens het zaaien
Uit de proeven op de drie locaties blijkt dat alle chemische behandelingen op het gebied van insectendoding een beter resultaat hadden dan de groene middelen. Maar de groene middelen hebben zeker potentie, benadrukt projectleider Joris Roskam van Vertify. Ook blijkt dat een behandeling tijdens het zaaien het makkelijker helpt bij een lagere insectendruk na opkomst van het gewas. Dit geldt voor zowel de chemische als groene producten.
Ook een spuitschema van biologische en chemische middelen kan tot een goed resultaat leiden, blijkt uit het onderzoek. Het toevoegen in een schema (bijvoorbeeld een veertiendaags schema) van een chemisch product aan een groen middel zou de hoeveelheid insecten kunnen verminderen. Ook kunnen groene middelen worden gecombineerd op basis van de eigenschappen van de producten, bijvoorbeeld een combinatie van producten met contactwerking met producten die een verjagende werking hebben.
Spuittechniek
In het vervolgonderzoek wordt onder meer gekeken naar de impact van spuittechniek op het effect van de gebruikte middelen. Een deel van de groene middelen heeft minder een systemische werking dan contactmiddelen, waardoor deze middelen alleen effectief zijn als de insecten worden geraakt. Spuittechnieken waarbij de onderkant van het blad wordt geraakt zou dan ook een beter resultaat kunnen geven.
De bestrijding van insecten vormt een grote uitdaging in de teelt van suikerbieten. Tot 2019 konden telers de insecten effectief aanpakken door middel van een zaadcoating met de werkzame stoffen imidacloprid en thiamethoxam uit de groep van neonicotinoïden. Deze zaadbehandelingen waren met name gericht op de bestrijding van bietenkever en vergelingsziekte maar ook vroege aantastingen met andere insecten zoals luizen werden hierdoor voorkomen. Met name vroege gewasbespuitingen konden hierdoor worden uitgespaard. Door het verbod op de neonicotinoïden als zaadbehandeling zien akkerbouwers zich gedwongen vaker te moeten spuiten om de bietenteelt veilig te stellen.