Peilgestuurde drainage blijft discussiepunt in preventie rond bruinrot
Er is nog geen onderzoek gedaan naar drainage als verspreidingsroute, terwijl er steeds meer technieken komen om drainage actief te gebruiken bij de watervoorziening. Het belang van kennis over deze mogelijke besmettingsroute wordt des te belangrijker, omdat het gebruik van peilgestuurde drainage in diverse teelten toeneemt. Ook doen waterschappen en boeren proeven met het langer vasthouden van water in sloten om in tijden van droogte voldoende water tot de beschikking te hebben.
Wettelijk verbod
Sinds 2005 geldt voor de teelt van pootaardappelen (NAK, ATR en TBM) in geheel Nederland een wettelijk verbod op het gebruik van oppervlaktewater. De NVWA heeft van het ministerie van LNV de taak toebedeeld gekregen om hierop te handhaven. Met het verbod is het risico op een besmetting met bruinrot flink verkleind. Aardappelen kunnen besmet worden met bruinrot als ze rechtstreeks in aanraking komen met besmet water, via bijvoorbeeld beregening. Bacteriologen geven aan dat deze overdracht ook mogelijk is als de wortels van de plant besmet water raken door drainage.
Dat peilgestuurde drainage ook onder dit verbod valt, was niet voor iedereen duidelijk. Mogelijk is de verwarring hierover ontstaan door de aanduiding van de gebieden waarin het gebruik van oppervlaktewater in aardappelen verboden is: ‘beregeningsverbodsgebieden’. Deze naam pretendeert dat alleen water dat actief van boven wordt aangevoerd verboden is. Het verbod gaat echter om ‘het op enigerlei wijze gebruiken voor of bij de teelt’. Toen vorig jaar de vraag werd gesteld of peilgestuurde drainage is toegestaan, heeft de NVWA hier extra aandacht aan besteed. „De regels zijn dus niet veranderd, we hebben het alleen verhelderd op de site en de wettelijke regels nog eens onder de aandacht gebracht bij de sector”, zegt Waterink.
Hoger zomerpeil
De pootgoedsector voelde zich overrompeld door het verbod op het gebruik van drainage om pootaardappelen te voorzien van oppervlaktewater, zo werd duidelijk tijdens een webinar van de LTO-werkgroep Pootaardappelen. Voorzitter Peter Berghuis: „Als de NVWA de norm gaat hanteren dat de eindbuizen van de drainage niet meer onder water mogen staan met het oog op infiltratie naar het pootgoedperceel dan is het in heel veel gebieden niet meer mogelijk om pootaardappelen te telen.” Door de droogte van 2018, 2019 en 2020 wordt in veel gebieden een hoger zomerpeil gehanteerd, weet hij. En dat leidt tot problemen voor de betreffende telers.
Het wettelijk verbod geldt al sinds de invoering hiervan in 2005 voor al het oppervlaktewater, dus ook wat van onderaf een perceel pootgoed binnen kan komen. Het gebruik van peilgestuurde drainage was zo’n tien jaar geleden nog onbekend, maar is de laatste jaren in een stroomversnelling gekomen, om bijvoorbeeld zout water tegen te houden, of om in droge tijden het gewas langer aan de groei te kunnen houden.
Extreem verhogen van slootwaterpeil
De NVWA ziet reguliere peilwijzigingen door waterbeheerders (zomer- en winterpeil en een tijdelijke verhoging om bij droogte gebieden extra van water te kunnen voorzien) op basis van de historie niet als een verhoogd risico, maar wel het actief en doelbewust gebruik van het drainagesysteem door de teler zelf om het pootgoedgewas te voorzien van water. Voorbeelden hiervan zijn het (extreem) verhogen van het slootwaterpeil en het gebruik van peilgestuurde drainage.
Wie pootgoed teelt op een perceel dat is voorzien van peilgestuurde drainage mag het systeem niet gebruiken om oppervlaktewater onder het gewas te brengen, benadrukt Waterink. Een slootwaterpeil verhogen om beregening van andere gewassen mogelijk te maken mag, zo lang dit water niet is bedoeld voor de pootgoedteelt. Besmetting van het perceel pootgoed kan de teler voorkomen door de drainagebuizen af te sluiten.
In gebieden waar de bruinrotbacterie in het oppervlaktewater zit, geldt een algeheel beregeningsverbod voor aardappelen, dus ook voor consumptie- en zetmeelaardappelen. Buiten deze gebieden is het water in principe vrij van bruinrot. De pootgoedsector vraagt zich daarom af of de toepassing van peilgestuurde drainage buiten deze gebieden wel kan worden toegestaan. Immers; het water is niet besmet, wat is dan het gevaar van infiltratie, zo stelt de sector. „Daar moet onderzoek antwoord op geven”, zegt Waterink. „Wij kunnen niet garanderen dat de bacterie niet voorkomt buiten de gebieden. Maar als blijkt dat het risico heel klein is, kunnen we misschien samen met het ministerie van LNV een gulden middenweg bedenken.”
Roep om nieuw praktijkonderzoek
Waterink roept de sector op om het komende groeiseizoen te benutten voor nieuw praktijkonderzoek: wat gebeurt er in percelen met peilgestuurde drainage. Pas als er duidelijke en concrete aanwijzingen zijn dat risico’s op insleep van bruinrot heel klein zijn of met bepaalde technieken heel klein gemaakt kan worden, kan er gekeken worden naar aanpassing van het beleid. „We willen niet de deur openzetten voor bruinrotbesmettingen in de pootgoedteelt. We hebben de laatste jaren een zeer beperkt aantal besmettingen gehad, en dat willen we graag zo houden.”