Bodeminsecten ook bij suikerbieten geen makkelijke uitdaging
Dat in de afgelopen jaren de overlast door bodeminsecten is toegenomen is niet geheel toevallig te noemen. Veel breedwerkende insectenmiddelen zijn uit het pakket verdwenen. Een pré voor het ontstaan van diversiteit in de bodem en gewassen, maar ook zeker een bedreiging als het gaat om toename van bodeminsecten. Insecten die voorheen werden bestreden kunnen zich nu verder ontwikkelen en makkelijker voortplanten. De larven die daaruit ontstaan zijn de insecten die nu voor de problemen zorgen.
Bietenkever
Een van de insecten die voor schade kan zorgen is de bietenkever. In het voorjaar wordt de kever actief en kan dan zowel ondergronds als bovengronds voor vraatschade aan jonge bietenplantjes zorgen. In eerste instantie leeft de kever onder de grond en maakt daar boorgaatjes in de wortel van de plant. Wanneer de bodemtemperatuur toeneemt komen de bietenkevers uit de grond en vanaf dat moment kunnen ze ook schade aan stengel en blaadjes veroorzaken. De Vraatschade kan tot misvorming en wegval van planten lijden.
In de meeste gevallen zien we het schadebeeld terugkomen op klei- en lössgronden. Voornamelijk op percelen waarvan het voorgaande jaar een gewas met waardplanten (suikerbieten, spinazie) heeft gestaan. De kevers beginnen met vliegen wanneer de temperatuur rond de 15 graden komt. Vanaf dat moment kunnen kevers die zich in voormalig bietenpercelen bevinden naar de aangrenzende nieuwe percelen vliegen en daar voor schade zorgen.
Het schadebeeld zien we terug komen op klei- en lössgrond
Emelt
Emelten komen voornamelijk voor op voormalig grasland. Dat komt doordat de moeder van de larve, de langpootmug, haar eitjes het liefst afzet op vochtig grasland. Doordat de groenbemesters steeds gevarieerder worden en ook hier veel grasachtigen in zitten zie je emelten ook steeds vaker op voormalig groenbemesters. Het is eenvoudig om te meten of er wel/geen emelten in het perceel zitten. In het artikel 3 Tips om vraatschade door bodeminsecten te voorkomen gaan we daar verder op in.
De pootloze grondkleurige larve komt tijdens vochtig weer naar het grondoppervlak. Dit doet hij vanaf een temperatuur rond de 5 graden. De larve is dus al een geruime tijd voor het bietenzaaien actief en kan vanaf de kieming van het zaadje tot na opkomst van het plantje voor schade zorgen.
Goede weggroei suikerbiet
Vroeg door de kritieke groeifase in het begin van de teelt doorkomen is een belangrijk doel om wegval van planten te voorkomen. Door Tercol (MG) tijdens zaaien en vervolgens Tercol (L) na opkomst toe te passen zorg je voor een goede weggroei van het gewas. Tercol bestaat uit een mix van geselecteerde kruidenconcentraten en micro algen. Dankzij de plantversterkende bestanddelen ontwikkelen de planten indirect een verhoogde weerbaarheid en vitaliteit. Tercol ondersteunt het natuurlijke regeneratievermogen, heeft een voedende en plantversterkende werking bij invloeden van buitenaf, in de bodem en bij de wortels. Tercol vermindert abiotische stress bij planten en verhoogt de weerbaarheid in de bodem bij de plant. Dit resulteerd in een betere kwaliteit van het product en een toename in opbrengst.