Bodemleven en biodiversiteit inzetten voor pootgoedteelt met lage ziektedruk
Tijdens de bijeenkomst Kennisdelen van SPNA gaf Conner Pelgrim uitleg over de mengteelten die het bedrijf de afgelopen jaren testte bij telers en over de plannen er nog meer bijzondere dingen mee te doen. De mengteelten kunnen volgens Pelgrim verder gaan dan de combinatie van een vlinderbloemige met een graan, waarbij de vlinderbloemige stikstof bindt voor beide gewassen. Overigens bleek in de praktijk dat een geslaagde mengteelt nog best moeilijk kan zijn.
Het zaaien van een stikstofbinder in een gewas ging lang niet altijd goed. Pelgrim: „Onderzaai van een gras is makkelijker dan van een stikstofbinder. Er kunnen onverwachte dingen meespelen, zoals heel veel regen na de zaai. Dat heeft dan grote gevolgen. In Flevoland mislukte een teelt van tarwe met klaver door de slechte opkomst van de klaver. In Noord-Groningen probeerden we tarwe met veldboon. Toen na de zaai veel regen kwam verslempte de grond. Voor dit jaar zaaiden we triticale samen met winterveldboon. De onkruidbestrijding met Stomp had effect op de winterhardheid van de veldboon.” Praktisch zijn er wat hobbels bij de mengteelten, blijkt uit deze gevallen.
Phytophthora
Een teler in de Verenigde Staten teelt aardappelen zonder gewasbeschermingsmiddelen tegen phytophthora. Hij gebruikte andere gewassen, gezaaid tussen de aardappels, om de verspreiding van de aardappelziekte te beletten. Of dat onder Nederlandse omstandigheden werkt wilde Profytodsd ook testen. Pelgrim is daar voorzichtig over, want de klimaatsomstandigheden in Amerika zijn heel anders dan in Nederland. In het teeltgebied in de VS zijn de zomers warm en droog en kan de waterschimmel die phytophthora veroorzaakt zich minder goed handhaven dan in het zeeklimaat van Nederland.
Het experiment van Profytdsd volgt op de eerste plaats wat de mengteelt met de luizendruk in het pootgoed doet. Luizen verspreiden virus. Voor de export moeten de pootaardappelen vrij zijn van virus. Pelgrim: „Wij hopen met de mengteelt meer biologie te stimuleren. Dat zou een stabielere gewasgroei kunnen opleveren. Misschien krijgen we gezondere knollen en minder rizoctonia en we hopen op lagere phytophthoradruk, maar dat laatste zal hier minder goed werken, denken we.” Voor het experiment gebruikte Profytodsd facelia,, Perzische klaver, boekweit, zomerwikke en vlas tussen de poters. „We zaaiden vorig seizoen op twee hectare deze gewassen tussen de aardappelen met een APV. Dat mislukte, omdat de plantjes kapotgefreesd werden. Daarom doen we het dit jaar over maar dan met direct aanfrezen na het poten.”
Het idee achter dit experiment is de stap te maken naar een geïntergreerd systeem, zegt Pelgrim. „We zijn daar als bedrijf behoorlijk ver mee en maken in overleg met telers plannen voor geïntegreerde teelt.” Hij verwacht dat de extra biodiversiteit bijdraagt aan een weerbaarder syteem en een stimulans voor het bodemleven is. Overigens zal voor de opbrengst alleen de pootaardappeloogst van belang zijn. De rest staat er voor de interactie met de bodem en de bovengrondse biologie. „We hopen dit jaar op een beter resultaat met de proef. Als we direct aanfrezen na het poten, zullen de meeste zaden goed kunnen kiemen. Dat kan ook opzij van de rug.”